Het scherpstelgebied (AF-punt) selecteren
1
Draai aan R terwijl
u op 6 drukt.
Het AF-gebied verschijnt op het
statusscherm en LCD-display.
J Auto (27
De camera kiest uit 27 AF-punten automatisch het
AF-punten)
optimale scherpstelgebied. (Standaardinstelling)
I Zoneselectie De camera kiest uit 9 AF-punten automatisch
het optimale scherpstelgebied.
Stelt het scherpstelgebied in op het punt dat door
E Selecteren
de gebruiker uit 27 punten is geselecteerd.
Stelt het scherpstelgebied in op het punt dat door
de gebruiker uit 27 punten is geselecteerd. Als het
Uitgebr.
onderwerp uit het geselecteerde scherpstelgebied
AF-gebied
F
verdwijnt nadat het scherp is gesteld, worden 8
(S)
perifere punten als backup-punten gebruikt
Niet beschikbaar in de stand x.
2 5 0
2 5 0
5.6
5.6
1/ 1/
F F
3 2 0 0
3 2 0 0
2
1234
1234
1234
1234
Stelt het scherpstelgebied in op het punt dat door
de gebruiker uit 27 punten is geselecteerd. Als het
Uitgebr.
onderwerp uit het geselecteerde scherpstelgebied
G
AF-gebied
verdwijnt nadat het scherp is gesteld, worden
(M)
24 perifere punten als backup-punten gebruikt.
Niet beschikbaar in de stand x.
Stelt het scherpstelgebied in op het punt dat door
de gebruiker uit 27 punten is geselecteerd. Als het
H Uitgebr.
onderwerp uit het geselecteerde scherpstelgebied
AF-gebied (L)
verdwijnt nadat het scherp is gesteld, worden
26 perifere punten als backup-punten gebruikt.
Niet beschikbaar in de stand x.
Selecteert het midden van de 27 punten
D Spot
als scherpstelgebied.
Ga verder naar Stap 2 als er een andere stand dan J
of D geselecteerd is.
Selecteer het gewenste
AF-punt.
Het AF-punt verschijnt in de zoeker.
Beschikbare bewerkingen
ABCD
Wijzigt het AF-punt.
Plaatst het AF-punt terug in het midden.
E
c
Wijzigt de functie van de pijltoetsen (ABCD)
in die voor AF-punt wijzigen of directe bediening
van de toetsen.
3
2 5 0
2 5 0
5.6
5.6
1/
1/
F F
3 2 0 0
3 2 0 0
1234
1234
1234
1234
49