Gebruik van de batterij
en lader
Gebruik uitsluitend de batterij D-LI90 en batterijlader D-BC90.
Deze zijn speciaal voor deze camera ontwikkeld.
De batterij opladen
Lithium-ionbatterij
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
3
Zorg ervoor dat de markering A op de batterij
naar boven is gericht en plaats de batterij
in de batterijlader.
Het indicatielampje brandt tijdens het opladen en gaat uit wanneer
de batterij volledig opgeladen is.
4
Haal de batterij uit de batterijlader.
Indicatielampje
Batterijlader
Netsnoer
Let op
• Gebruik de batterijlader D-BC90 uitsluitend voor het opladen van
de oplaadbare lithium-ion batterij D-LI90. Het opladen van andere
batterijen kan schade en hitte veroorzaken.
• Vervang in de volgende gevallen de batterij door een nieuwe:
• Indien het indicatielampje knippert of niet meer brandt na het
correct plaatsen van de batterij
• Indien de batterij sneller leeg is na het opladen (de batterij heeft
het einde van de levensduur bereikt)
Memo
• De maximale oplaadtijd is circa 390 minuten (dit hangt af van
de temperatuur en resterende batterijcapaciteit). Laad de batterij
op in een ruimte met een temperatuur tussen 0°C en 40°C.
De batterij plaatsen/uitnemen
Let op
• Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd
is geplaatst, kan deze mogelijk niet meer worden verwijderd.
• Maak de elektroden van de batterij schoon met een zachte droge
doek voordat u de batterij plaatst.
• Open de batterijklep niet en neem de batterij niet uit het
compartiment als de camera aan staat.
• Wees voorzichtig: de camera of de batterij kan heet worden
als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
• Als u camera langere tijd niet gaat gebruiken, verwijder dan de
batterijen. De batterij kan gaan lekken en de camera beschadigen
als deze gedurende een lagere periode waarin de camera niet
gebruikt, geplaatst blijft. Laad de batterij gedurende 30 minuten op,
als de verwijderde batterij zes maanden of langer niet gebruikt
wordt, voordat u deze gaat opbergen. Zorg dat u daarna de batterij
iedere zes tot twaalf maanden oplaadt.
• Bewaar de batterij op een plek waar de temperatuur op of beneden
de kamertemperatuur blijft. Vermijd plekken met hoge temperaturen.
2
33