Opnameresolutie en pixelresolutie voor JPEG-bestanden
Resolutie
q
51 m
36 m
p
A
o
21 m
r
3M
HDR-opname
Maakt achtereenvolgens drie opnamen met drie verschillende
belichtingsniveaus om hiermee één samengestelde opname
te maken.
1
Selecteer [HDR-opname] in het menu A1 en druk
op D.
Het scherm [HDR-opname] verschijnt.
2
Selecteer [HDR AUTO],
[HDR 1], [HDR 2] of [HDR 3],
en druk op E.
3
Stel bij [Waarde belicht.bracket.] het bereik
in waarbinnen de belichting wordt gewijzigd.
Kies tussen ±1, ±2 en ±3.
4
Stel in of Automatisch uitlijnen wordt gebruikt of niet.
T Gebruikt Automatisch uitlijnen.
S Maakt geen gebruik van Automatisch uitlijnen.
De functie Shake Reduction op het objectief is uitgeschakeld.
R20
Pixels
8256×6192
6912×5184
5376×4032
1920×1440
A1/v
HDR-opname
HDR-opname
HDR-opname
HDR-opname
Waarde belicht.bracket.
Waarde belicht.bracket.
Automatisch uitlijnen
Automatisch uitlijnen
Annul.
Annul.
5
Druk tweemaal op F.
De camera keert terug naar de standby-stand.
Let op
• HDR-opname is niet beschikbaar in de stand M of N.
• Deze functie kan niet worden gebruikt in combinatie met sommige
andere functies. (p.R53)
• Wanneer de transportstand is ingesteld op [Intervalopname], wordt
[Automatisch uitlijnen] vast ingesteld op Uit.
• Tijdens HDR-opname worden meerdere opnamen gecombineerd
tot één enkel beeld; het kost dus tijd om de opname op te slaan.
Objectiefcorrectie
De volgende functies zijn beschikbaar.
Vervormingscorrectie
Aanp. Lat. Chr. Abb.
Perifere verlicht. corr.
Diffractiecorrectie
OK
OK
Memo
• Correcties kunnen alleen worden uitgevoerd als een D FA645- of
FA645-objectief op de camera is aangesloten.
De functies zijn uitgeschakeld als een accessoire zoals een rear
converter tussen de camera en het objectief is geplaatst.
Vermindert vervormingen en chromatische
aberraties die optreden als gevolg van
objectiefeigenschappen.
Vermindert laterale chromatische aberraties die
optreden als gevolg van objectiefeigenschappen.
Vermindert perifere lichtvermindering die optreedt
als gevolg van objectiefeigenschappen.
Corrigeert de diffractie wanneer de
diafragma-opening klein is.
(w
A1/v
p.30)