Telefoon (optie)
Telefoonsysteem
Algemene voorschriften
• Verkeersveiligheid staat voorop! Als u als
bestuurder gebruik wilt maken van de hand-
set in de armleuning, moet u de auto eerst
op een veilige plaats parkeren.
• Schakel de telefoon uit tijdens het tanken.
• Schakel de telefoon uit in gebieden waar er
met explosieven wordt gewerkt.
• Laat reparatie van de telefoon aan erkend
servicepersoneel over.
Noodoproepen
Het is altijd mogelijk het alarmnummer te bellen,
zelfs als de contactsleutel of de simkaart is uit-
genomen.
– Druk op de knop Aan/Uit.
– Kies het alarmnummer van het land waarin u
zich bevindt (112 binnen de EU).
– Druk op de groene toets
Onderdelen van het telefoon-
systeem
1. Toetsenset op middenconsole
Met de toetsenset op de middenconsole kunt u
alle functies van de telefoon regelen.
2. Toetsenset op stuurwiel
Met de toetsenset op het stuurwiel kunt u de
meeste functies van de telefoon regelen.
226
Wanneer het telefoonsysteem in de actieve
stand staat, kunt u de toetsenset op het stuur-
wiel alleen gebruiken voor de telefoonfuncties.
In de actieve stand staan er altijd telefoongege-
vens op het display. Als u deze toetsen wilt
gebruiken om radio-instellingen te verrichten,
moet u eerst de actieve stand van de telefoon
verlaten (zie pagina 228).
3. Display
Op het display verschijnen menu's, berichten,
telefoonnummers e.d.
4. Handset
De handset kunt u gebruiken voor privégesprek-
ken waarin u niet gestoord wil worden.
5. Simkaart
U brengt de simkaart aan onder de toetsenset
op de middenconsole.
Schakel de telefoon uit als u geen simkaart hebt
aangebracht, omdat u anders geen berichten
.
voor de overige functies kunt aflezen van het
display.
6. Microfoon
De microfoon is ingebouwd in de achteruitkijk-
spiegel
7. Luidsprekers
De luidspreker is ingebouwd in de hoofdsteun
van de bestuurdersstoel.
8. Antenne
De antenne is tegen de voorruit aangebracht,
achter de achteruitkijkspiegel.