Veiligheid
Veiligheidsgordels
Gordelwaarschuwing
Het waarschuwingslampje voor de veiligheids-
gordels op het instrumentenpaneel en dat op de
bovenkant van de achteruitkijkspiegel branden,
zolang de bestuurder de veiligheidsgordel niet
heeft omgedaan. De gordelwaarschuwing
wordt na 6 seconden automatisch uitgescha-
keld, als de snelheid lager is dan 10 km/h. Als
vervolgens bij een snelheid hoger dan 10 km/h
blijkt dat de bestuurder de veiligheidsgordel
nog steeds niet omgedaan heeft, wordt de
waarschuwingsfunctie opnieuw ingeschakeld.
De waarschuwingsfunctie wordt vervolgens uit-
geschakeld, wanneer de snelheid tot onder
5 km/h daalt.
12
Als de bestuurder of voorpassagier de veilig-
heidsgordel tijdens het rijden losmaakt, wordt
de waarschuwingsfunctie opnieuw geactiveerd
bij snelheden hoger dan 10 km/h.
N.B. De gordelwaarschuwing is bestemd voor
volwassenen inzittenden.
Gordelspanners
Alle veiligheidsgordels (met uitzondering van de
gordel midden achter) hebben gordelspanners.
Dit is een mechanisme dat bij een aanrijding de
veiligheidsgordel rond het lichaam spant. De
veiligheidsgordel kan de passagier daarmee
beter in de stoel gedrukt houden.