Wielen en banden
Algemene informatie
Rijeigenschappen en banden
De banden zijn van grote invloed op de rijeigen-
schappen van de auto. Zowel het type, de maat,
de bandenspanning als de snelheidsaanduiding
zijn belangrijk voor het rijgedrag van de auto.
Let er bij het verwisselen van banden op dat de
nieuwe banden op alle vier de wielen van het-
zelfde type zijn, dezelfde afmeting hebben en
van hetzelfde merk zijn. Houd de aanbevolen
bandenspanning aan die op de bandenspan-
ningsticker staat (zie pagina 157 voor de posi-
tie).
Maataanduiding
Op alle autobanden staat een bepaalde maat-
aanduiding. Een voorbeeld van een dergelijke
aanduiding is 205/55R16 91 W.
205
breedte van de band (mm)
55
verhouding tussen de hoogte en
breedte van de band (%)
R
aanduiding voor radiaalbanden
16
velgdiameter van de band (")
91
aanduiding van het draagvermogen
van de band (in dit geval 615 kg)
W
aanduiding van de snelheidslimiet van
de band (in dit geval 270 km/h).
Snelheidsaanduidingen
Uw auto is voorzien van een typegoedkeuring
voor de uitvoering waarin deze werd aangele-
verd. Dat betekent dat u niet mag afwijken van
de afmetingen en snelheidsaanduidingen die
154
staan aangegeven op de typegoedkeuring van
de auto. De enige uitzondering daarop vormt het
gebruik van winterbanden (zowel spijkerbanden
als banden zonder spijkers). Bij gebruik van der-
gelijke banden mag u niet sneller rijden dan de
maximumsnelheid die voor het gebruikte ban-
dentype geldt (voor aanduiding Q geldt bijvoor-
beeld een maximumsnelheid van 160 km/h).
Let erop dat de gesteldheid van het wegdek
bepalend is voor uw maximumsnelheid en niet
de snelheidsaanduiding van de banden.
Let erop dat de aangegeven snelheid de maxi-
mumsnelheid is.
Q
160 km/h (enkel voor winterbanden)
T
190 km/h
H
210 km/h
V
240 km/h
W
270 km/h
Nieuwe banden
Banden hebben een beperkte
houdbaarheidsdatum. Na
enkele jaren worden de ban-
den hard en neemt de grip op
het wegdek stukje bij beetje
af. Gebruik bij het verwisselen
van banden altijd zo nieuw mogelijke banden.
Dit geldt in het bijzonder voor winterbanden. De
week en het jaar van productie worden aange-
duid met de DOT-code (Department of Trans-
portation) bestaande uit vier cijfers,
bijvoorbeeld 1502. De band op de afbeelding is
in de 15e week van het jaar 2002 geprodu-
ceerd.
Leeftijd van de banden
Alle banden die ouder zijn dan zes jaar moet u
door een vakman laten controleren, ook al zien
ze er intact uit. Dit omdat het materiaal waarvan
banden gemaakt zijn ook veroudert en afgebro-
ken wordt, als banden zelden of nooit worden
gebruikt. Daarbij kan de werking van de banden
worden aangetast, in welk geval u de banden
niet meer dient te gebruiken.
Dit geldt ook voor reservebanden, winterban-
den en banden die u voor toekomstig gebruik
hebt opgeslagen.
Scheurvorming of verkleuring zijn de zichtbare
kenmerken van een band die ongeschikt is voor
gebruik.
De leeftijd van een band valt af te lezen uit de
DOT-code (zie bovenstaande afbeelding).