Starten en rijden
Remsysteem
Rembekrachtiging
Als de auto rolt of wordt gesleept met een uitge-
schakelde motor, moet u ongeveer vijfmaal
zoveel druk uitoefenen op het rempedaal als
wanneer de motor loopt. Als u bij het starten van
de motor op het rempedaal trapt, kan het rem-
pedaal iets omlaagkomen. Dit is volkomen nor-
maal omdat de rembekrachtiging geactiveerd
wordt. Bij een auto met EBA (Emergency Brake
Assistance) kan dit nog duidelijker te merken
zijn.
N.B. Als geremd moet worden met een uitge-
schakelde motor, trap dan eenmaal hard en
resoluut op het rempedaal – dus niet pompen.
WAARSCHUWING!
De rembekrachtiging werkt alleen, als de
motor loopt.
Remkringen
Het nevenstaande symbool licht op,
wanneer er een remkring defect is.
Als er een storing in een van de rem-
kringen optreedt, is remmen nog steeds moge-
lijk. U moet het rempedaal echter verder
intrappen en het pedaal kan minder stug aan-
voelen. U moet harder op het pedaal trappen
om de normale remkracht te verkrijgen.
124
Vocht kan de remeigenschappen
beïnvloeden
Door opspattend water (bij hevige regenval, in
waterplassen of tijdens een wasbeurt) worden
de onderdelen van het remsysteem nat. Daar-
door kunnen de wrijvingseigenschappen van de
remblokken gewijzigd worden, zodat u een
bepaalde verlenging van de aanspreekduur van
de remmen kunt merken.
Trap zo nu en dan lichtjes op het rempedaal, als
u lange afstanden in de regen of sneeuwmod-
der aflegt. Doe dit ook bij zeer vochtig of koud
weer. Op die manier verwarmt u de remblokken
waardoor het vocht verdampt. Deze procedure
is ook aan te raden voordat u de auto voor lan-
gere tijd in dergelijke weersomstandigheden
parkeert.
Als de remmen zwaar belast
worden
De remmen van de auto worden zwaar belast,
wanneer u in de bergen of op wegen met verge-
lijkbare niveauverschillen rijdt; zelfs als u niet bij-
zonder hard op het rempedaal trapt.
Omdat de snelheid in dergelijke omstandighe-
den vaak laag is, worden de remmen niet even
goed gekoeld als bij snelle ritten op vlakke
wegen.
Om de remmen niet overmatig te belasten, kunt
u tijdens het afdalen beter terugschakelen dan
het rempedaal gebruiken. Gebruik dezelfde ver-
snelling die u zou gebruiken wanneer u een hel-
ling oprijdt. Op die manier kunt u beter op de
motor afremmen en hoeft u de rem slechts korte
tijd te gebruiken.
WAARSCHUWING!
Als de waarschuwingslampjes voor het rem-
systeem en het ABS tegelijkertijd oplichten,
kan er een storing zijn opgetreden in het
remsysteem. Als het remvloeistofpeil in dat
geval in orde is, moet u de auto voorzichtig
naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo-
werkplaats rijden om het remsysteem te
laten controleren.
Als de remvloeistof onder het MIN-streepje
van het reservoir staat, mag u niet verder rij-
den voordat u remvloeistof hebt bijgevuld.
Controleer tevens de oorzaak van het rem-
vloeistofverlies.
Let erop dat u de remmen nog meer belast,
wanneer u met een aanhanger rijdt.
Antiblokkeerremsysteem (ABS)
Het ABS-systeem (Anti-lock Braking
System) is ontworpen om te voorko-
men dat de wielen tijdens het remmen
geblokkeerd raken. Hierdoor kan tij-
dens het remmen een zo groot mogelijke res-
pons van het stuurwiel worden verkregen. Het
ABS-systeem zorgt ervoor dat de auto beter
bestuurbaar blijft om bijvoorbeeld obstakels te
kunnen ontwijken. Het ABS-systeem verbetert