Starten en rijden
Vierwielaandrijving – AWD (All Wheel Drive)
De vierwielaandrijving is
permanent ingeschakeld
Bij vierwielaandrijving worden alle vier de wielen
van de auto tegelijk aangedreven.
Het motorkoppel wordt automatisch over de
voor- en achterwielen verdeeld. Een elektro-
nisch gestuurd koppelingssysteem verdeelt het
vermogen over het wielpaar dat op dat moment
de beste grip op het wegdek heeft. Dit om opti-
male wegligging te verkrijgen en te voorkomen
dat de wielen doorslippen. Bij normaal rijden
worden de voorwielen naar verhouding iets ster-
ker aangedreven dan de achterwielen.
Vierwielaandrijving verhoogt de rijveiligheid tij-
dens regen- en sneeuwval en bij ijzel.
123