Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is.
Roer het gerecht daarom regelmatig door of keer het. Let bij ont-
dooien, verwarmen en koken op de aangegeven doorwarmtijden. De
doorwarmtijd is de tijd waarin de warmte zich gelijkmatig verdeelt.
Houd bij ontdooien, verwarmen of koken met de magnetron reke-
ning met het feit dat de bereidingstijden vaak veel korter zijn dan op
een kookplaat of in een gewone oven.
Als gerechten te lang in de magnetron staan, drogen ze uit en kun-
nen ze zelfs in brand vliegen. Brandgevaar! Gevaar voor brand be-
staat ook als u bijvoorbeeld brood, bloemen, kruiden en dergelijke in
de magnetron droogt. Droog dergelijke producten daarom niet in de
magnetron!
Kussens met kersenpitten, gel en vergelijkbare producten mogen
niet in de magnetron worden gedaan. Zulke producten kunnen in
brand vliegen, ook nadat ze uit het apparaat zijn gehaald. Verhit der-
gelijke producten niet in het apparaat. Brandgevaar!
Een magnetron is niet geschikt voor het reinigen en desinfecteren
van gebruiksvoorwerpen. Bovendien kunnen er hoge temperaturen
ontstaan, waardoor u zich kunt branden als u de voorwerpen uit het
apparaat haalt. Brandgevaar!
Het apparaat kan beschadigd raken als u het leeg of met een ver-
keerde inhoud gebruikt. Gebruik het apparaat niet voor het verwar-
men van serviesgoed, het drogen van kruiden of vergelijkbare din-
gen.
Zet de magnetron pas aan als er een gerecht of bruineringsservies
in staat en plaats altijd het draaiplateau.
Als u gesloten potten of flessen verhit, wordt druk opgebouwd.
Het voorwerp kan daardoor ontploffen. Verhit nooit afgesloten pot-
jes, flessen en dergelijke.
Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9