de laadtijd die is aanbevolen in de
aanwijzingen bij de lader.
Koppelingsvloeistof
(model SM6)
Controle van het
koppelingsvloeistofpeil
Controleer het koppelingsvloeistof-
peil als de koppeling niet normaal
werkt of als schakelen met de
schakelhendel moeilijk verloopt.
Het reservoir van de koppelings-
vloeistof bevindt zich bij de achter-
uitrijknop links op het stuur.
Controleer het peil van de koppe-
lingsvloeistof als volgt:
1. Parkeer het voertuig op een
stevige, vlakke ondergrond.
2. Zet het stuur recht om de boven-
kant van het koppelingsvloeistof-
reservoir horizontaal te plaatsen.
3. Veeg de zone rond de dop
schoon.
4. Gebruik de kruisschroevendraai-
er in de gereedschapstas.
5. Schroef de borgschroeven van
de dop los.
TYPISCH
1. Dop van het koppelingsvloeistofreser-
voir
2. Te verwijderen borgschroeven
6. Verwijder de dop voorzichtig.
Let op dat de dichting van de
dop niet valt.
7. Kijk het vloeistofpeil in het reser-
voir na.
ONDERHOUDSPROCEDURES
Controleer het peil van de koppe-
lingsvloeistof in het reservoir:
-
De vloeistof moet gelijk komen
met het vulpeil (uitstulping op
de wand van het reservoir).
DE VLOEISTOF IS VERWIJDERD VOOR
DE GOEDE ZICHTBAARHEID
1. Minimum
2. Maximum
Koppelingsvloeistof toevoegen
1. Als het vloeistofpeil lager is dan
voorgeschreven, vul dan vloei-
stof bij tot de lijn van het vulpeil.
Gebruik enkel DOT 4-remvloei-
stof.
2. Vul zoveel vloeistof bij als nodig.
Nooit te veel bijvullen.
OPMERKING
Gemorste vloeistof
onmiddellijk wegvegen.
3. Duw de afdichting in de dop te-
rug.
4. Plaats de dop terug op het reser-
voir.
5. Draai de schroeven van de dop
vast.
Koplampen
Controle op de koplamprichting
(Europese, Braziliaanse,
Australische en Japanse
modellen)
1. Controleer of de banden goed
opgepompt zijn. Zie de SPECIFI-
CATIES .
113