TYPISCH
1. Oliepeilstok
2. Olievulbuis
3. Olietank
7. Veeg de peilstok proper.
8. Plaats de peilstok terug en
draai hem er helemaal in.
9. Draai de peilstok los en haal
hem er terug uit.
10. Controleer het oliepeil op de
oliepeilstok.
1. Bovenste merkteken (MAX)
2. Onderste merkteken (MIN)
3. Gebruiksbereik
Oliepeil tussen boven- en
ondermarkeringen (MAX en
MIN):
1. Voeg geen olie toe.
2. Steek de peilstok correct in en
duw hem aan.
3. Plaats de onderhoudsdeksel aan
de rechterzijkant
Oliepeil onder de
ondermarkering (MIN):
1. Voeg circa 500 ml van de aanbe-
volen olie toe.
ONDERHOUDSPROCEDURES
OPMERKING: De hoeveelheid olie
tussen de MIN- en MAX-markerin-
gen is 500 ml.
2. Start de motor en laat deze 10
minuten stationair draaien.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten giftig
koolmonoxide, dat in afgesloten
of slecht verluchte ruimtes snel
hoge concentraties kan berei-
ken. Als het wordt ingeademd
kan het letsel of de dood veroor-
zaken. Laat de motor uitsluitend
in niet-afgesloten, goed verluch-
te ruimtes draaien.
OPMERKING
de olie bij een koude motor resul-
teert in overvullen.
3. Stop de motor.
OPMERKING: Het motoroliepeil
moet binnen 2 minuten na het
stoppen van de motor worden ge-
controleerd.
4. Controleer het oliepeil opnieuw.
5. Herhaal de stappen hierboven
tot het oliepeil op de peilstok
tussen de onderste en bovenste
markering is. Nooit te veel
bijvullen.
6. Steek de peilstok correct in en
duw hem aan.
7. Plaats de onderhoudsdeksel aan
de rechterzijkant
Motorolie verversen
1. Zet het voertuig voordat u de
olie ververst op een vlak opper-
vlak.
OPMERKING
de oliefilter moeten beide tegelijk
worden vervangen. De oliewissel
dient met een warme motor te
gebeuren.
Het bijvullen van
De motorolie en
105