Accessoires gebruiken
Vermogenszones
1. Houd
mode
ingedrukt en selecteer de
fietsmodus.
2. Selecteer
Instellingen
Fietsinstellingen
Vermogenszones.
U kunt zeven aangepaste
vermogenszones invoeren, waarbij de
laagste zone is en 7 de hoogste. Als u
uw FTP-waarde (functional threshold
power) kent, kunt u deze opgeven.
Dan berekent het toestel automatisch
uw vermogenszones. U kunt de
vermogenszones ook handmatig
invoeren.
0
>
> fietsnaam >
GSC 10
Uw Forerunner is compatibel met de
GSC 10 snelheids- en cadanssensor
voor fietsen. U dient de GSC 10 aan de
Forerunner te koppelen.
De fietssensor kalibreren
Kalibratie van uw fietssensor is
optioneel en kan de nauwkeurigheid
verbeteren.
1. Druk op
mode
en selecteer
Instellingen
>
Fietsinstellingen
fietsnaam >
ANT+
2. Selecteer
Ja
in het veld Fietssensors
aanwezig?
3. Druk zo nodig op
geavanceerde configuratie van de
sensor.
Forerunner 310XT Gebruiksaanwijzing
>
snel./cad.
Meer
voor