5. Hef de achterkant van het maaidek op en leid
de ophangbeugels over de achterste hefstang
(Figuur 57).
6. Bevestig de voorste steunstang aan het maaidek met
de gaffelpen en de R-pen (Figuur 56).
7. Monteer de drijfriem van het maaidek op de
motorpoelie; zie Drijfriem van maaidek vervangen.
Grasgeleider vervangen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer de grasgeleider
op schade.
Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan
het maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan
ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u
ook in contact komen met het mes.
Gebruik de machine nooit zonder dat de
grasgeleider, de uitworpafsluiter of het
grasopvangsysteem is gemonteerd.
Controleer vóór elk gebruik de grasgeleider op schade.
Vervang vóór gebruik beschadigde filterelementen.
1. Ga naar de onderdelen die worden getoond in
Figuur 60.
3
2
1
1. Maaidek
2. Grasgeleider
3. Beugel van grasgeleider
4. Stang
2. Verwijder de moer (3/8 inch) van de stang onder
het maaidek (Figuur 60).
4
5
6
7
G005192
Figuur 60
5. Veer
6. Moer (3/8 inch)
7. Korte afstandhouder
3. Schuif de stang uit de korte afstandhouder, veer en
grasgeleider (Figuur 60). Verwijder een beschadigde
of versleten grasgeleider.
4. Monteer de grasgeleider (Figuur 60).
5. Schuif de stand bij het rechte uiteinde door achterste
beugel van de grasgeleider.
6. Plaats de veer op de stang, met de einddraden
omlaag, tussen de beugels van de grasgeleider. Schuif
de stang door de tweede beugel van de grasgeleider
(Figuur 60).
7. Steek de stang aan de voorkant van de grasgeleider in
de korte afstandhouder op het maaidek. Bevestig het
achterste uiteinde van de stang in het maaidek met
een moer (3/8 inch) (Figuur 60).
Belangrijk: De grasgeleider moet onder
veerspanning omlaag worden gehouden. Til de
grasgeleider omhoog om te controleren of deze
volledig omlaag klapt.
43