8. Houd het maaidek op de ingestelde stand en draai de
borgmoer aan de zijkant op de ophangbeugel vast
om het maaidek in de nieuwe stand vast te zetten
(Figuur 52). Draai de achterste borgmoer op de
ophangbeugel los.
9. Ga verder met horizontaal stellen van het maaidek
door de schuinstand te controleren; zie Schuinstand
van het maaidek (lengterichting) instellen.
3
3
6
1. Ophangbeugel
2. Achterste borgmoer
3. Borgmoer aan de zijkant
Schuinstand van het maaidek
(lengterichting) instellen
Controleer de schuinstand van het maaidek telkens
wanneer u dit monteert. Als de voorkant van het
maaidek meer dan 7,9 mm lager staat dan de achterkant,
stelt u de schuinstand als volgt in:
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
3. Zet de maaihoogtehendel in de middelste positie.
4
1
2
5
G005074
Figuur 52
4. Excentrische verstelplaat
5. Gat voor dopsleutel
6. Dopsleutel met 3/8 inch
dop
Opmerking: Controleer het zij-naar-zij mesniveau
en pas het aan als u de instelling niet hebt
gecontroleerd: zie zij-naar zij egalisatie.
4. Draai de messen voorzichtig zodat ze van voren naar
achteren staan (Figuur 53 en Figuur 54).
2
Maaidekken met 2 messen
1. Messen in lengterichting
2. Meet vanaf het uiteinde van het mes tot ht platte oppervlak
hier.
3
G009659
Maaidekken met 3 messen
1. Messen in lengterichting
2. Buitenste snijranden
5. Meet van het uiteinde van het voorste mes naar het
platte vlak en van de tip van het achterste mes naar
het platte vlak (Figuur 53 en Figuur 54). Als de rand
van het voorste mes niet 1,6–7,9 mm lager staat dan
de rand van het achterste mes, moet u de voorste
borgmoer afstellen.
6. Om de schuinstand in te stellen, moet u de stelmoer
op de voorkant van het maaidek draaien (Figuur 55).
40
1
G009658
2
Figuur 53
2
1
Figuur 54
3. Meet vanaf het uiteinde
van het mes tot ht platte
oppervlak hier.
2
3