Figuur 20
1. Stelknop
2. Verschuif de zitting in de gewenste positie en draai
de knop weer vast.
Rijhendels afstellen
De hoogte instellen
De rijhendels kunnen hoger of lager worden gesteld
overeenkomstig de wensen van de bestuurder.
1. Verwijder de 2 bouten waarmee de rijhendels is
bevestigd aan de schacht van de bedieningsarm
(Figuur 21).
2. Zet de rijhendels in de volgende groep gaten. Zet
de hendel vast met de 2 bouten (Figuur 21).
G005062
Figuur 21
1. Schacht van
bedieningsarm
2. Rijhendel
3. Stel vervolgens ook de andere rijhendels af.
1
2
3
4
3. Bovenste gat, met gleuf
4. Bout
Hoek van rijhendels verstellen
De hoek van de rijhendels kan worden versteld
overeenkomstig de wensen van de bestuurder.
1. Verwijder de bovenste bout waarmee de rijhendels
is bevestigd aan de schacht van de bedieningsarm.
2. Draai de onderste bout los totdat u de rijhendels
naar voren of naar achteren kunt bewegen
(Figuur 21). Draai de moeren aan om de rijhendels
vast te zetten in de nieuwe stand.
3. Stel vervolgens ook de andere rijhendels af.
Machine met de hand duwen
Belangrijk: U moet de machine altijd met de
hand duwen. Slepen kan schade aan de machine
veroorzaken.
De machine duwen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand,
schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurdersstoel te
verlaten.
3. Ga naar de omloophendels op de achterkant van de
machine, op de linker- en rechterkant van het frame.
4. Beweeg de omloophendels naar achteren en
vervolgens omlaag om ze vast te zetten zoals
getoond in Figuur 22 om de wielmotoren af te
zetten. Herhaal deze procedure aan beide zijden
van de machine.
5. Zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand.
U kunt de machine nu met de hand duwen.
Rechterkant getoond
1. Plaats van omloophendel
2. Duwstand van hendel
22
Figuur 22
3. Hendel in gebruikstand