Bediening overige uitrustingen op de bestuurdersplaats
Bediening van de zwaailamp (toebehoren)
Startschakelaar staat in stand RUN.
Schakelaar zwaailamp (1) in stand AAN drukken.
De zwaailamp brandt, zolang de schakelaar in deze stand blijft.
Om uit te schakelen schakelaar zwaailamp in stand UIT druk-
ken.
Bediening van de 12-V-stekkerdoos
Afdekkap (1) openen en elektrisch apparaat in de 12-V-stop-
contact plaatsen.
De nominale stroom van de aangesloten verbruiker
mag 10 A niet overschrijden.
Bediening van de werklamp
Startschakelaar staat in stand RUN.
Schakelaar werklampen (1) in stand AAN drukken. De werk-
lamp inschakelen.
Om uit te schakelen schakelaar werklampen in stand UIT druk-
ken.
Bij werkzaamheden op of aan de openbare weg mo-
gen andere weggebruikers niet worden verblind.
90
1 1
Bedrijf
W9232-8244-2
03/2019