4.
Selecteer de categorie en de naam van het substraat dat u laadt.
U kunt ook in favorieten zoeken of None of these, I will choose it later (Geen van deze opties, ik kies later)
selecteren: door na voltooien van de laadprocedure de substraat-bibliotheek te openen. Zie
Voorinstellingen substraat op pagina
OPMERKING:
In het geval van een transfersubstraat toont de RIP de transferpapiercombinatie en de textielsubstraat
(d.w.z. de naam van het transferpapier + de naam van de stof). Controleer of de naam van het substraat op
het voorpaneel overeenkomt met het eerste deel van de naam van het substraat in de RIP (de naam van
het transferpapier).
5.
De printer controleert het substraat op diverse manieren en kan u vragen problemen met scheeftrekken of
spanning te corrigeren.
6.
Wacht tot het substraat uit de printer wordt gevoerd, zoals hieronder is afgebeeld.
OPMERKING:
naar
Substraat kan niet worden geladen op pagina
7.
Als u transparant substraat zonder dekkende grenzen laadt, wordt u gevraagd de breedte van het
substraat in te voeren en de afstand van de rechterrand van de zijplaat van de printer.
8.
De printer kalibreert de substraatdoorvoer.
54
Hoofdstuk 3 Het substraat hanteren en substraatproblemen oplossen
93.
U moet dezelfde substraatnaam selecteren die u gebruikt in de RIP-software.
Als u bij de laadprocedure van het substraat onverwachte problemen ondervindt, gaat u
85.
NLWW