Nadat de printer met netwerkinstellingen is geconfigureerd, worden de configuratiewaarden opgeslagen en
onderhouden, ook nadat deze opnieuw wordt in- en uitgeschakeld.
Probleemoplossing
IO- configuratiepagina
De IO-configuratiepagina geeft de uitgebreide status van de printserver weer. Dit is een belangrijk diagnostisch
hulpmiddel, zeker wanneer netwerkcommunicatie niet beschikbaar is. Voor een beschrijving van berichten die op
de IO-configuratiepagina worden weergegeven, zie de HP Jetdirect Print Servers Administrator's Guide
(Beheerdershandleiding bij de HPJetdirect-printservers) voor uw printservermodel.
Lampjes
De printer heeft statuslampjes (leds) die de verbindingsstatus en netwerkactiviteit aangeven:
Wanneer het groene lampje brandt, is de printer verbonden met het netwerk.
●
Als het gele lampje knippert, is er netwerkoverdrachtactiviteit.
●
Koppeling probleemoplossing
Als u geen verbinding tussen de printer en het netwerk tot stand kunt brengen:
Beide ledlampjes zijn uit.
●
LAN Error – Loss of Carrier (LAN-fout – Verbinding verbroken) wordt weergegeven op de IO-
●
configuratiepagina.
Als een verbindingsfout wordt weergegeven die niet de oorzaak van het probleem is, probeert u het volgende:
Controleer de kabelaansluitingen.
●
Druk een IO-configuratiepagina af en controleer de verbindingsinstellingen.
●
Item
Poortconfiguratie
Automatische
onderhandeling
NLWW
Beschrijving
Als de printer juist is gekoppeld, heeft dit item een van de volgende waarden:
10BASE-T HALF: 10 Mbps, half-duplex
●
10BASE-T FULL: 10 Mbps, full-duplex
●
100TX-HALF: 100 Mbps, half-duplex
●
100TX-FULL (100TX volledig): 100 Mbps, full-duplex
●
1000TX FULL (1000TX volledig)
●
Als de printer niet goed is aangesloten, wordt één van de volgende berichten weergegeven:
UNKNOWN (ONBEKEND): De printer bevindt zich in een initialisatiestatus.
●
DISCONNECTED (GEEN VERBINDING): Er is geen netwerkverbinding gevonden. Controleer de
●
netwerkkabels. Configureer de verbindingsinstellingen of start de printer opnieuw.
Geeft aan of automatisch onderhandelen voor verbindingsconfiguratie aan of uit staat.
AAN (standaard): De printer zal zichzelf automatisch op het netwerk configureren op de juiste snelheid
●
en communicatiemodus.
UIT: U moet handmatig de verbindingssnelheid en communicatiemodus met gebruik van het
●
frontpaneel configureren. Uw instellingen moeten overeenkomen met die van het netwerk voor een
goede werking.
Geavanceerde netwerkconfiguratie
29