De printer drukt niet af
Mogelijke redenen waarom een bestand dat u vanaf uw computer hebt verstuurd niet wordt afgedrukt, zijn:
Mogelijk is er een probleem met de elektriciteitstoevoer. Wanneer de printer niets doet en het frontpaneel
●
niet reageert, controleer dan of de stroomschakelaar aan de achterkant van de printer is ingeschakeld, of
de stroomkabel op de juiste wijze is aangesloten en of het stopcontact stroom levert.
De netwerkkabel is niet aangesloten, of u heeft problemen met uw communicatiesetup. Zie
●
Communicatieproblemen tussen de computer en de printer op pagina
afdeling of leverancier van het communicatiesysteem.
Controleer alle meldingen op het front panel—er kan er meer dan één zijn, verborgen onder de eerste—
●
door de bovenste staaf van het beginscherm omlaag te slepen. De meldingen kunnen beschrijven waarom
het afdrukken is gestopt, zoals:
Een inktvoorraad is leeg.
–
Een printkop ontbreekt of is beschadigd.
–
Het substraat is verkeerd geplaatst.
–
Controleer of de substraatnaam op het voorpaneel overeenkomt met het substraatnaam in de RIP. In het
●
geval van een transfersubstraat toont de RIP de transferpapiercombinatie en de textielsubstraat (d.w.z. de
naam van het transferpapier + de naam van de stof). Controleer of de naam van het substraat op het
voorpaneel overeenkomt met het eerste deel van de naam van het substraat in de RIP (de naam van het
transferpapier). Controleer of het geladen substraat breed genoeg is voor uw afbeelding plus de vereiste
marges.
De optie lengte volgen voor de rol is geactiveerd. Controleer of de resterende lengte van de rol genoeg is
●
voor de taak. Deze informatie is te vinden onder het pictogram
software (de locatie van het menu kan variëren afhankelijk van de RIP-software).
De printer en de RIP-software beschikken over een speciale functie om het inktverbruik voor de taak te
●
voorspellen en te schatten of er genoeg inkt in uw benodigdheden is om af te drukken. Controleer in uw
RIP-software of de optie voor inktschatting is geactiveerd, en de status van de schatting voor de afdruktaak
(de gegevens van deze bewerking kunnen variëren afhankelijk van de RIP-software).
In sommige zeer onwaarschijnlijke gevallen kan de substraatvoorinstelling die u gebruikt, beschadigd zijn
●
als gevolg van problemen met de overdrachtsynchronisatie. Probeer af te drukken met een generieke
voorinstelling; Als dit goed afdrukt, kunt u het probleem oplossen door de problematische voorinstelling te
verwijderen uit de substraatbibliotheek op het frontpaneel en in de RIP-software. Installeer de
voorinstelling dan opnieuw, handmatig of vanuit het online zoeken op het frontpaneel.
Er kunnen ongebruikelijke elektromagnetische problemen optreden, zoals sterke elektromagnetische
●
velden of ernstige elektrische storingen. Als gevolg hiervan kan de printer zich raar gedragen of zelfs niet
meer werken. Zet de printer uit met de aan/uit-toets op het frontpaneel, wacht tot de elektromagnetische
omstandigheden weer normaal zijn en zet de printer weer aan. Als de problemen hierdoor niet zijn
verholpen, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Het programma werkt langzamer of blijft hangen wanneer er een
afdruktaak wordt gegenereerd
Controleer of het hostsysteem voldoet aan de systeemvereisten van de RIP-software.
Er zijn grote hoeveelheden gegevens vereist voor het genereren van een hoge kwaliteit grootformaat
afdruktaak, wat ervoor kan zorgen dat de software aanzienlijk langzamer wordt of blijft hangen. Het verlagen
van de afdrukresolutie kan helpen om dit probleem te voorkomen; het verlagen van de afdrukresolutie
vermindert wel de afdrukkwaliteit.
172 Hoofdstuk 10 Overige problemen oplossen
173, of neem contact op met uw IT-
op het front panel of in de RIP-
NLWW