4.2.2 Toegestane posities
4.2.3 Permanente installatie op steunframe
1. Controleer of de ondergrond stevig en indien mogelijk vlak is.
2. Sluit een stijve of flexibele 90° bocht aan op de persaansluiting (zie Hydraulische
3. Dompel de unit onder in de vloeistof.
4.2.4 Permanente installatie met snelkoppeling
De unit kan in een tank of een pompstation geïnstalleerd worden met behulp van een
neerlaatset met snelkoppeling (optie).
GEVAAR: Elektrisch gevaar
De unit aan de voedingskabel of de vlotterschakelaar vasthouden is streng verboden.
OPMERKING:
In de werkingspositie mogen de unit, de leidingen, de voedingskabel en de steunketting nooit
in aanraking komen met de wanden van de tank.
Zie onderstaande afbeelding.
1. Borg de steunen van de geleideslang en de voet:
2. Voltooi de installatie van de set:
DOMO, DOMO GRI
- Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
aansluiting op pag. 18).
a) Installeer in geval van tanks met een losse of onregelmatige bodem een stevige
voetsteun, zo horizontaal en vlak mogelijk.
b) Borg de slangsteun met 2 deuvels tijdelijk aan de rand van de tank.
c) Plaats de voet op de bodem en controleer met een loodlijn of de positie juist is,
gebruik daarbij de slangsteun als referentie.
d) Maak de voet met 4 deuvels vast aan de bodem.
e) Bevestig de persleiding aan de voet (zie Hydraulische aansluiting op pag. 18).
a) Doe de geleideslangen in de voet.
b) Snijd de bovenste uiteinden van de slangen af zodat zij samenvallen met de steun.
c) Schroef de slangsteun los.
d) Doe de glijbeugel in de slangen.
e) Doe de steun aan het bovenste uiteinde van de slangen.
f)
Maak de steun definitief vast aan de wand van de tank.
nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
15