4
Controles en werkzaamheden voorafgaand aan bediening in de "Assistent"-modus
– Rijd in de modus
Handmatig
naar een obstakel (randlengte en hoogte
van ten minste 20 cm).
– Controleer of de machine de snelheid auto-
matisch verlaagt voordat u het obstakel be-
reikt.
– Stuur om het obstakel heen. De machine
moet nu zonder beperking weer kunnen ac-
celereren.
– Meld mankementen bij het toezichthoudend
personeel en gebruik de machine niet tot de
gebreken afdoende zijn verholpen.
Controle van de werking van de nood-
schakelaars aan de zijkant na het in-
schakelen van de "Assistent"-modus
Na het inschakelen van de
dus moet de bestuurder controleren of de
twee noodschakelaars aan de zijkant werken.
– Druk de twee noodstopschakelaars aan de
zijkant één voor één in en laat ze los.
Wanneer op de noodstopschakelaars wordt
gedrukt, moet de machine als volgt reageren:
Reactie van de machine wanneer de noodstopschakelaar wordt ingedrukt
●
De elektromagnetische rem van de machine wordt hoorbaar ingeschakeld
●
De LED-signaleringseenheden tonen het "noodstop"-signaal
●
De machine geeft een geluidssignaal voorafgaand aan een noodstop
Nadat de noodstopschakelaars zijn ontgren-
deld en het systeem opnieuw is opgestart,
moeten de bewegingsdetectiesensoren de
melding "
Assistent
KEN" geven.
64
langzaam
-mo-
Assistent
-modus ONDERBRO-
50108046116 NL - 11/2021 - 04
De iGo neo bedienen