De iGo neo bedienen
Controles en werkzaamheden voorafgaand aan bediening in de "Assistent"-modus
Visuele controles vóór het inschakelen van de
●
Alle afdekkingen moeten aangebracht en afgedicht zijn
De afstandsbediening moet onbeschadigd en opgeladen zijn. Om de afstandsbediening te
beschermen en bedieningsfouten te voorkomen, moet de afstandsbediening in de meege-
●
leverde houder worden meegenomen wanneer de machine in de
wordt bediend.
– Meld mankementen bij het leidinggevende
personeel. De machine mag niet worden
gebruikt tot de gebreken afdoende zijn ver-
holpen
Controles na inschakeling van
de "Assistent"-modus
Veiligheidsremtest na het inschakelen
van de "Assistent"-modus
Na het inschakelen van de
dus moet de bestuurder controleren of de ma-
chine automatisch stopt voor een obstakel.
– Stop de machine voor een onbelemmerd,
recht deel van de rijweg.
– Plaats een geschikt testvoorwerp (met een
randlengte en -hoogte van ten minste
20 cm) één meter voor de machine.
– Stap van het bestuurdersplatform en rijd de
machine met behulp van de afstandsbedie-
ning in de richting van het testvoorwerp.
De machine moet automatisch vlak voor het
obstakel tot stilstand komen.
– Meld mankementen bij het toezichthoudend
personeel en gebruik de machine niet tot de
gebreken afdoende zijn verholpen.
Controle van "Easy Protect"-aanrijdings-
vermijding (variant) na het inschakelen
van de machine
Na het inschakelen van de machine moet de
bestuurder de werking van "Easy Protect"
eenmaal controleren. De machine moet de
snelheid verlagen wanneer deze een obstakel
nadert in de modus
Handmatig
– Schakel de machine in. Wacht tot "Easy
Protect" gereed is voor gebruik.
Assistent
-mo-
Assistent
.
50108046116 NL - 11/2021 - 04
-modus
Assistent
4
-modus
63