Repareren
12
Repareren
12.1
Veiligheidsaanwijzingen, repareren
Voor het begin van alle werkzaamheden
12.2
Ventielen reinigen
Kogelventielen repareren
50
ATEX-pomp binnen de Ex-zone
Controleer regelmatig op lekkage, geluiden, temperatuur, geur, ... ,
n
zodat de werking in het algemeen en in het bijzonder die van de aan‐
drijving en de lagers is gewaarborgd.
WAARSCHUWING!
Gevaar door een gevaarlijke stof!
Mogelijk gevolg: overlijden of zeer ernstig letsel.
Houdt u bij de omgang met gevaarlijke stoffen de
actuele veiligheidsinformatiebladen van de fabrikant van
de gevaarlijke stof bij de hand. In het veiligheidsinforma‐
tieblad staan de vereiste maatregelen vermeld. Aange‐
zien op basis van nieuwe kennis het gevarenpotentieel
van een stof op elk moment opnieuw kan worden geëva‐
lueerd, moet het veiligheidsinformatieblad geregeld
worden gecontroleerd en indien nodig worden ver‐
vangen.
De exploitant van de installatie moet ervoor zorgen dat
er een actueel veiligheidsinformatieblad beschikbaar is
en dat de daarmee samenhangende risicobeoordelingen
van de desbetreffende werkplekken worden opgesteld.
1.
Maak de pomp spanningsvrij.
2.
Maak de pomp drukloos.
3.
Spoel de pomp met een geschikt spoelmedium conform het veilig‐
heidsinformatieblad van het doseermedium.
Niet-originele reserveonderdelen voor de pomp kunnen tot problemen bij
het pompen leiden.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
n
Gebruik de juiste reserveonderdelensets. Raadpleeg bij twijfel altijd de
n
explosietekeningen en de bestelinformatie in de bijlage of onze web‐
site www.prominent.com.
Alleen bij uitvoering "Fysiologisch verdraagzaam":
WAARSCHUWING!
Product kan gevaarlijk worden verontreinigd
Alleen de reserveonderdelen uit de reserveonderde‐
lenset "Fysiologisch verdraagzaam" gebruiken.
Wanneer de reparatie niet deskundig wordt uitgevoerd, kan er bijvoor‐
beeld doseermedium uit de doseereenheid lekken.
Gebruik alleen nieuwe onderdelen die bij uw ventiel passen - wat
n
betreft vorm en chemicaliënbestendigheid!
Let bij het monteren van het ventiel op de doorstroomrichting van de
n
pers- en zuigaansluitingen.