Monteren
6.4 Bevestigen
Oriëntatie doseereenheid
m
m
Afb. 14: Afmetingen (m)
32
Doseercapaciteit te laag.
Wanneer de ventielen van de doseereenheid niet rechtop staan, kunnen
de ventielen niet goed sluiten.
Het persventiel moet rechtop naar boven staan.
n
Door trillingen kunnen storingen in de ventielen van de doseereenheid ont‐
staan.
Bevestig de doseerpomp zodanig dat geen trillingen kunnen ontstaan.
n
Zie voor de afmetingen (m) van de montageboringen de betreffende maat‐
schetsen of gegevensbladen.
DN
Bevestig de pompvoet met geschikte bouten op het fundament.
P_MOZ_0015_SW