Kopiëren
L
Plaats het origineel voor het ge-
bruikersstempel op de glasplaat
en druk op [Scannen starten].
Het origineel wordt gescand en het
stempel geregistreerd.
Opmerking
❒ Originelen kunnen niet worden
2
gescand via de autom. papierin-
voereenheid (ADF) tijdens het
programmeren van de gebrui-
kersstempel.
M
Druk op [Afsluiten].
N
Druk op [Afsluiten].
Het hoofdmenu Eigenschappen
Kopieerapparaat/Document Ser-
ver wordt weergegeven.
O
Druk op [Afsluiten].
Het begindisplay wordt weergege-
ven.
Een gebruikersstempel verwijderen
Belangrijk
❒ U kunt een verwijderde stempel
niet opnieuw oproepen.
A
Zorg ervoor dat de kopieerfunctie
van het apparaat is geselecteerd.
B
Druk op de toets{Gebruikersinstel-
lingen/Teller}.
68
C
Druk op [Kopieermachine/Document
Server eigenschappen].
D
Druk op [Stempel].
E
Druk op [Gebruikersstempel].
F
Druk op [Stempel programmeren/ver-
wijderen].
G
Druk op [Verwijderen] en druk ver-
volgens op het stempelnummer
(1–4) dat u wilt verwijderen.
H
Kies [Verwijderen], en druk dan op
[Afsluiten].
I
Druk op [Afsluiten].
Het hoofdmenu Eigenschappen
Kopieerapparaat/Document Ser-
ver wordt weergegeven.
J
Druk op [Afsluiten].
Het begindisplay wordt weergege-
ven.
NL ZEWS050E