Hoofdstuk 2 BASISHANDELINGEN
Basishandelingen menubediening
Druk op de toets [MENU] op het bedieningspaneel om templates te gebruiken en controleer de afdrukteller.
Log in, wanneer de gebruikersbeheerfunctie is geactiveerd, en druk op de toets [MENU] op het bedieningspaneel. Het
menuscherm voor een aangemelde gebruiker wordt weergegeven.
U kunt regelmatig gebruikte templates, een groep templates of de snelkoppeling van de External Interface Enabler
(GS-1020, optioneel) vastleggen. Invoeren of wissen van de snelkoppeling kan eveneens worden geactiveerd in de
TopAccess modus. Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie:
Handleiding voor TopAccess (PDF): "Hoofdstuk 9: Indexpagina [Mijn account] "
1.
Weergavegebied gebruikersnaam
De naam van de gebruiker die zich aanmeldt, wordt
weergegeven.
2.
Toets [EXTENSION]
Deze is geactiveerd wanneer de External Interface Enabler
(GS-1020, optioneel) is geïnstalleerd. Neem contact op
met uw serviceorganisatie of leverancier voor meer
informatie.
3.
Taakbalk weergavegebied
Beschikbare taakbalk voor een gebruiker die is
aangemeld, wordt weergegeven.
4.
Totaalafdrukteller
De totaalafdrukteller van de aanmelde gebruiker, wordt
Opmerking
Overeenkomstig het toestemming voor iedere gebruiker verschijnt het symbool
weergavegebied.
De functies met het symbool
gebruikt
Er kan een template worden aangemaakt met verschillende functies welke regelmatig worden gebruikt, zodat zij naar behoefte
kunnen worden toegepast en er geen noodzaak meer bestaat om iedere keer ingewikkelde instellingen uit te voeren. Templates
kunnen worden gebruikt bij het kopiëren, scannen en versturen van een fax. Zie de onderstaande handleidingen voor meer
informatie:
Kopieerhandleiding (PDF): "Hoofdstuk 6: TEMPLATES"
Handleiding voor TopAccess (PDF): "Hoofdstuk 5: [Registratie] Indexpagina" - "[Registratie] Indexpaginaoverzicht"
Wanneer de gebruikersbeheerfuncties niet worden gebruikt, worden de openbare templategroep en de totaalafdrukteller
weergegeven.
[GEBRUIKER] en [
OPENBAAR
36
7
6
5
4
kunnen niet worden gebruikt. Sommige van de functies met het symbool
] worden weergegeven wanneer de gebruikersbeheerfunctie is geactiveerd.
1
2
weergegeven. Afhankelijk van de instellingen van het
multifunctionele systeem worden de beschikbare
afdrukcijfers weergegeven.
5.
[GEBRUIKER] toets
De snelkoppeling, die een aangemelde gebruiker kan
gebruiken, wordt weergegeven.
6.
[OPENBAAR] toets
De snelkoppeling, die alle gebruiker kunnen gebruiken,
wordt weergegeven.
7.
Weergavegebied voor de snelkoppeling
De in het menuscherm geregistreerde snelkoppeling
wordt weergegeven.
of
op de pictogrammen in de taakbalk
3
kunnen niet worden