Universeel printerstuurprogramma instellen
Om het papierformaat of aantal afdruksets op te geven
Klik op het tabblad [Basis] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Om dubbelzijdig afdrukken of N-up afdrukken op te geven
Klik op het tabblad [Finishing] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma. Indien de
Finisher (optioneel) is geïnstalleerd, kan "Nieten" of "Perforeren" worden geselecteerd.
Selecteer "AANTAL PAGINA'S PER LOS
VEL" om meerdere pagina's op één vel
af te drukken. De pagina's worden
automatisch verkleind om op het
gekozen papierformaat te kunnen
worden afgedrukt.
Om Bestemming of Afdrukken van voorblad op te geven
Klik op het tabblad [Papierverwerking] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Om de afdrukkwaliteit aan te passen
Klik op het tabblad [Afdrukkwaliteit] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Om af te drukken met tekenreeksen of grafische voorstellingen op de achtergrond van het papier
Klik op het tabblad [Effect] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Om in te stellen dat er geen lege pagina's afgedrukt worden
Klik op het tabblad [Overige] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Het afdrukken met templates
Klik op het tabblad [Templates] in het dialoogvenster Eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Opmerking
De tabbladen [Papierverwerking], [Afdrukkwaliteit] , [Effect] en [Templates] verschijnen alleen wanneer iedere instelling is
geactiveerd met de Plug-in voorziening.
Software-installatiehandleiding (PDF): "Hoofdstuk 3: PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS INSTALLEREN"
Basishandelingen voor afdrukken
2
35