Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsvoorschriften; Algemeen Geldende Veiligheidsvoorschriften; Bedienings- En Vakpersoneel; Resterend Gevaar Bij Gebruik Van Het Koelaggregaat - Rittal SK 3185830 Montage-, Installatie- En Bedieningshandleiding

Koelaggregaat
Inhoudsopgave

Advertenties

2

Veiligheidsvoorschriften

2.1
Algemeen geldende veiligheidsvoor-
schriften
Neem de volgende algemene veiligheidsvoorschriften in
acht bij de installatie en bediening van het systeem:
– Neem de voor de elektrische installatie geldende voor-
schriften van het land waar u het koelaggregaat gaat
installeren en gebruiken alsmede de nationale voor-
schriften met betrekking tot ongevallenpreventie in
acht. Neem bovendien de bedrijfsvoorschriften, zoals
arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften, in acht.
– Gebruik in combinatie met het koelaggregaat uitslui-
tend originele producten van Rittal of door Rittal aan-
bevolen producten.
– Breng geen wijzigingen aan het koelaggregaat aan,
die niet in de montage- of bedieningshandleiding zijn
beschreven.
– De bedrijfszekerheid van het koelaggregaat is uitslui-
tend bij voorgeschreven gebruik gegarandeerd. De in
de technische gegevens aangegeven grenswaarden
mogen niet worden overschreden. Dit geldt met name
voor de aangegeven omgevingstemperatuur en de IP-
beschermklasse.
– Bediening van het koelaggregaat bij direct contact met
water, agressieve stoffen of ontvlambare gassen en
dampen is verboden.
– Neem naast deze algemene veiligheidsvoorschriften
ook altijd de specifieke veiligheidsvoorschriften in acht
bij het uitvoeren van de in de volgende hoofdstukken
beschreven werkzaamheden.
– Neem het maximaal toegestane tilgewicht voor perso-
nen in acht. Gebruik indien nodig een hijsvoorziening.
– Koelaggregaten moeten staand worden getranspor-
teerd en moeten tegen kantelen worden beveiligd.
– Bij het transport van al aan de kast gemonteerde ag-
gregaten dienen transportbeveiligingen te worden ge-
bruikt (bijv. een constructie van kanthout of planken).
Deze beveiligingen ondersteunen het koelaggregaat
en voorkomen dat het aggregaat kan vallen indien er
tegenaan wordt gestoten.
– Gebruik een pallet die groot genoeg is om kanteling tot
het minimum te beperken.
– Sluit de deur en houd deze tijdens transport gesloten,
indien het koelaggregaat aan een deur werd gemon-
teerd.
2.2

Bedienings- en vakpersoneel

– Montage, Installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en re-
paratie van dit koelaggregaat mag uitsluitend worden
uitgevoerd door gekwalificeerde vaklieden.
– Het koelaggregaat mag tijdens het bedrijf uitsluitend
worden bediend door een persoon die hiertoe is geïn-
strueerd.
– Kinderen en personen met een cognitieve of motori-
sche beperking mogen het apparaat niet bedienen,
onderhouden, reinigen of als speeltoestel gebruiken.
Rittal Koelaggregaat
2 Veiligheidsvoorschriften
2.3
Resterend gevaar bij gebruik van het
koelaggregaat
Bij de montage van het koelaggregaat (zie paragraaf 5
"Installatie") bestaat het gevaar dat het zwaartepunt van
de kast ongunstig ligt en de kast als geheel kantelt.
Schroef in deze gevallen de kast uit veiligheidsoverwe-
gingen altijd vast aan de vloer.
Wordt de luchtingang of -uitgang van het koelaggregaat
aangepast, dan bestaat het risico op luchtkortsluiting en
een onvoldoende klimatisering.
Zorg ervoor dat de elektronische componenten in de
kast conform paragraaf 5.3.1 "Aanwijzingen bij de
montage" zijn gemonteerd.
Gebruik eventueel toepasselijke componenten voor
luchtomleiding.
Neem op de plaatsingslocatie de aangegeven mini-
mumafstanden conform paragraaf 5.3.1 "Aanwijzin-
gen bij de montage" in acht.
2.4

IT-veiligheidsvoorschriften

Producten, netwerken en systemen moeten tegen on-
bevoegde toegang worden beveiligd om de beschik-
baarheid, vertrouwelijkheid en integriteit van data te
waarborgen.
Dit moet worden gerealiseerd door organisatorische en
technische maatregelen. Voor verhoogde veiligheidsei-
sen adviseert Rittal de volgende maatregelen te nemen.
Daarnaast treft u extra informatie aan op de websites
van de overheidsinstanties op het gebied van veiligheid
voor de informatietechniek.
2.4.1

Maatregelen voor producten en systemen

Producten en systemen niet onbeschermd in
openbare netwerken integreren
Zorg dat het systeem alleen in beveiligde netwerken
wordt gebruikt.
Firewall instellen
Stel een firewall in om uw netwerken en de geïnte-
greerde producten en systemen te beveiligen tegen
externe invloeden.
Voor het segmenteren van een netwerk of het isoleren
van een besturing gebruikt u eveneens een firewall.
Gebruikmaken van Defense-in-Depth-mechanis-
men tijdens de planningsfase
Maak tijdens de planning van de installatie gebruik van
Defense-in-Depth-mechanismen.
Defense-in-Depth-mechanismen ("diepteverdedi-
ging") omvatten meerdere niveaus van op elkaar afge-
stemde veiligheidsmaatregelen.
Toegangsbevoegdheden beperken
Verleen alleen toegangsbevoegdheden voor netwer-
ken en systemen aan personen die zo'n bevoegdheid
nodig hebben.
NL
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave