– Bij driefasige apparaten wordt het uitvallen van een
fase gedetecteerd en het apparaat uitgeschakeld.
– Uitgaande verbruikers worden door de inverter aan de
voedingszijde bewaakt en bij fouten uitgeschakeld.
Deurschakelaar
– Elke deurschakelaar mag slechts aan één koelaggre-
gaat worden toegewezen.
– Op één koelaggregaat kunnen, parallelgeschakeld,
meerdere deurschakelaars worden aangesloten.
– De minimale doorsnede van de aansluitkabel bedraagt
0,3 mm² bij een kabellengte van 2 m.
– De kabelweerstand naar de deurschakelaar mag max.
50 Ω bedragen.
– De maximaal toegestane kabellengte bedraagt 10 m.
– De deurschakelaar mag alleen potentiaalvrij worden
aangesloten, zonder externe spanningen.
– Het contact van de deurschakelaar dient bij geopende
deur te zijn gesloten.
– De lage veiligheidsspanning voor de deurschakelaar
wordt verzorgd door de interne voeding: stroom ca.
5 mA DC.
Sluit de deurschakelaar aan op de klemmen 5 en 6
van de signaalconnector.
Afb. 13:
Aansluitingen aan de achterzijde (voorbeeldweergave)
Legenda
1
Aansluiting IoT-interface (X3)
2
Aansluiting signaalconnector (X2)
3
Aansluiting netstekker (X1)
Montage van de ferrietkern
Breng de meegeleverde ferrietkern vlak bij de aansluit-
connectoren van de signaalkabels aan. Dit voorkomt
storingen in de signaaloverdracht.
Rittal Koelaggregaat
Afb. 14:
Signaalkabels met gemonteerde ferrietkern
Potentiaalvereffening
Indien het aggregaat om EMC-redenen in de potentiaal-
vereffening bij de klant moet worden opgenomen, dan
kan op het aansluitpunt van de potentiaalvereffening een
kabel worden aangesloten. Het aansluitpunt is gemar-
keerd met het daarvoor vereiste schakelsymbool.
Afb. 15:
Aansluitpunt voor potentiaalvereffening (voorbeeld-
weergave)
Legenda
1
Aansluitpunt M6
Gebruik in de opening van de afdekking de in de toe-
behorende meegeleverde EMC wartel voor een een
goede trekontlasting.
Afb. 16:
Uitvoering van de potentiaalvereffening
Legenda
1
Kabelschoen met aarde
2
Contactring
3
Vulring
4
Schroef
5 Installatie
21
NL