Voor welke montagemogelijkheid u kiest, hangt uitein-
delijk af van de vereiste ruimte binnen en buiten de kast.
De verschillende montagemogelijkheden hebben geen
invloed op het koelvermogen van het koelaggregaat, dit
is altijd gelijk.
– Zijn er zeer veel componenten in de kast ingebouwd,
dan kan een aanbouw of gedeeltelijke inbouw zinvol
zijn. Er is in dit geval mogelijk onvoldoende ruimte in de
kast voor een volledige inbouw, of er kan geen vol-
doende koeling van alle componenten in de kast wor-
den gegarandeerd.
– Is de ruimte rondom de kast beperkt, dan kan een
volledige inbouw zinvol zijn om de vereiste vluchtwe-
gen te behouden.
5.3.3
Montage-uitsparing in kast creëren
Voor de montage van het koelaggregaat op de schakel-
kast moet een passende montage-uitsparing in de deur
of zijwand van de schakelkast worden gemaakt. De
montage-uitsparing is in principe gelijk voor alle drie de
montagemogelijkheden. Alleen bij aanbouw aan de zij-
wand van een 500 mm diepe kast is voor de 2 kW- tot
6 kW-koelaggregaten (dus alle aggregaten met uitzon-
dering van het 1,6 kW-aggregaat SK 3185x3x) een spe-
ciale montageuitsparing nodig.
Opmerking:
U vindt de afmetingen van de montage-uit-
sparingen in paragraaf 12.1 "Montageuitspa-
ringen".
Bepaal op basis van de gegevens in paragraaf 12.1
"Montageuitsparingen" de vereiste afmetingen voor de
montage-uitsparing.
Breng alle boringen en de montage-uitsparing aan.
Verwijder zorgvuldig alle scherpe randen van de borin-
gen en uitsparingen om letsel te voorkomen.
Voorzichtig!
Bij niet volledig ontbraamde boringen en
gaten bestaat een risico op snijwonden,
met name bij de montage van het koe-
laggregaat.
Rittal Koelaggregaat
5 Installatie
15
NL