7 Bediening
Opmerking:
NL
Hoe krachtiger de luchtdoorvoer in het exter-
ne circuit wordt beïnvloed, des te geringer
zijn het maximale koelvermogen en de ener-
gie-efficiëntie van het koelaggregaat.
De volgende afbeelding toont een voorbeeld van het ver-
loop van het koelvermogen in relatie tot de luchtdoor-
voer in het externe circuit alsmede de alarmdrempel
(Afb. 25).
55
45
35
25
15
5
zeer klein
klein
Afb. 25:
Voorbeeld verloop van het koelvermogen
Opmerking:
– Wordt de filtermatbewaking gedeactiveerd
(stand "deactiveren"), dan kan aansluitend
toch een filtertolerantiestand worden gese-
lecteerd. Bij overschrijding van de drempel-
waarde verschijnt dan de systeemmelding
"condens. reinigen" in plaats van "Filter ver-
vangen" op het display.
– Wordt de filtermatbewaking gedeactiveerd
en wordt er aansluitend geen filtertoleran-
tiestand geselecteerd, dan verschijnt er
geen systeemmelding.
7.5.5
Taalinstellingen
Alle displayweergaven van het koelaggregaat kunnen in
21 verschillende talen worden weergegeven.
Tik op het symbool "Weergavetaal".
Blader met de knoppen "Omhoog" en "Omlaag" naar
de gewenste taal.
Bevestig de geselecteerde taal door op de knop "OK"
te drukken.
De taal wordt meteen omgezet en alle menu's worden in
de geselecteerde taal weergegeven.
7.5.6
Zelftest
Bij een fout van het apparaat die geen foutmelding ver-
oorzaakt kan het zinvol zijn om met een zelftest de ele-
mentaire werking van alle componenten te controleren.
Tijdens het uitvoeren van de zelftest kan het apparaat
normaal worden bediend.
Tik op het symbool "Zelftest".
32
gemiddeld
groot
zeer groot
Filtertolerantiestand
Bevestig het starten van de zelftest door op de knop
"OK" te drukken.
De zelftest van het apparaat wordt uitgevoerd. Tijdens
de test wordt de voortgang op de display weergegeven.
Na het voltooien van de test wordt de melding "Apparaat
OK" of "Fouten controleren" weergegeven.
Controleer eventueel aan de hand van de foutenlijst
welke fouten er in het apparaat zijn opgetreden.
7.6
Systeemmeldingen
Er wordt bij het apparaat onderscheid gemaakt tussen
drie soorten systeemmeldingen:
65
– storingen
70
– fouten
75
– onderhoud
80
Wanneer er sprake is van een melding, wordt het sym-
bool "Systeemmeldingen" in de menubalk weergegeven
85
(afb. 22, pos. 13). Een lijst met alle mogelijke systeem-
90
meldingen vindt u in de paragraaf 7.7 "Lijst met sys-
95
teemmeldingen".
100
Tik op het symbool "Systeemmeldingen".
Er wordt een lijst met alle actieve systeemmeldingen
weergegeven. De individuele meldingen zijn in de lijst on-
derverdeeld in de bovenstaande drie categorieën en op
volgorde van optreden gerangschikt.
Wanneer een foutmelding alleen door Rittal Service kan
worden verholpen, verschijnt er achter de foutmelding
aanvullend het symbool "Service"
Neem in dit geval contact op met Rittal Service (zie
paragraaf 14 "Klantenserviceadressen").
7.6.1
Optreden van een storing
Wanneer er sprake is van een storing wordt het start-
scherm verdrongen door een foutmelding.
Afb. 26:
Scherm bij het optreden van een storing.
Legenda
1
Verdringing
2
Rood gekleurde menubalk
Deze verdringing van het startscherm door een melding
treedt in drie gevallen op:
1. Er is sprake van een storing aan het apparaat zelf.
2. Er is sprake van een storing aan een van de appara-
ten in de Master-Slave-verbinding.
3. De kastdeur is geopend en een aangesloten deur-
contact geeft een overeenkomende melding.
.
Rittal Koelaggregaat