Bij onderhouds- en montagewerkzaamheden boven het hoofd daarvoor be-
doelde of andere veilige klimhulpen en werkplatforms gebruiken. Machinede-
len niet als klimhulp gebruiken.
Onbevoegde personen op afstand van de machine houden.
Onderhoudswerkzaamheden nooit uitvoeren aan rijdende machine of lopende
motor.
Machine parkeren op een horizontale, vlakke en stevige ondergrond.
Sleutel van de contactschakelaar eraf trekken.
Knikscharnier borgen met de knikscharnierbeveiliging.
Werkzaamheden aan hydraulische leidingen
Vóór alle werkzaamheden aan hydraulische leidingen deze drukloos maken.
Onder druk ontsnappende hydrauliekolie kan door de huid dringen en zware
verwondingen veroorzaken. Bij verwondingen door hydrauliekolie meteen een
arts opzoeken, omdat anders zware infecties kunnen ontstaan.
Bij instelwerkzaamheden aan de hydraulica-installatie niet voor of achter de
bandages/wielen gaan staan.
Overdrukkleppen niet verstellen.
Hydrauliekolie bij bedrijfstemperatuur aflaten - verbrandingsgevaar!
Uitlopende hydrauliekolie opvangen en milieuvriendelijk verwerken.
Bio-hydrauliekolies altijd afzonderlijk opvangen en afzonderlijk verwerken.
Bij afgelaten hydrauliekolie de motor in geen geval starten.
Na alle werkzaamheden (bij nog drukloze installatie!) de dichtheid van alle
aansluitingen en schroefverbindingen controleren.
Vervangen van hydraulische slangleidingen
Hydraulische slangen moeten in regelmatige intervallen aan een zichtcontrole
worden onderworpen.
De hydraulische slangen moeten absoluut en onmiddellijk vervangen worden
bij:
beschadiging van de buitenlaag tot aan de voering (b.v. schuurplaatsen,
l
snedes, scheuren),
broosheid van de buitenlaag (scheurvorming van het slangmateriaal),
l
BW 80 AD-5 Fam.
Veiligheidsvoorschriften
BOMAG
37