Veiligheidsvoorschriften
Tijdens het rijden niet op de machine klimmen of van de machine af klimmen.
De rijrichting alleen veranderen bij stilstand.
De machine niet gebruiken voor het transport van personen.
Bij ongewone geluiden en rookontwikkeling stoppen, de oorzaak vaststellen
en de schade laten verhelpen.
Altijd voldoende afstand tot bouwputranden en bermen houden en elke werk-
wijze achterwege laten, die de stabiliteit van de machine beïnvloedt.
Bij het passeren van tunnels, bruggen, vrije elektrische leidingen enz. moet al-
tijd voldoende afstand worden gehouden.
Rijden op hellingen
Geen hellingen op rijden die groter zijn dan het maximale stijgvermogen van
de machine.
Op hellingen voorzichtig en altijd in een rechte lijn naar boven of beneden rij-
den. Vóór het wegrijden in het lage rijniveau schakelen.
Vochtige en losse ondergronden verminderen het contact met de grond van
de machine bij hellingen aanzienlijk. Verhoogd ongevallenrisico!
Rijden in het verkeer
Snelheid aanpassen aan de werkvoorwaarden.
Beladen transportvoertuigen voorrang verlenen.
Bij slecht zicht de verlichting inschakelen.
Afstand houden tot randen en bermen.
Effect van de trilling controleren
Bij verdichtingswerkzaamheden met trillen moet de uitwerking op gebouwen
in de buurt en leidingen in de grond (gas-, water-, riool-, stroomleidingen) ge-
controleerd worden en moeten de verdichtingswerkzaamheden met trillen evt.
gestaakt worden.
Trillen nooit op hard beton, uitgehard bitumineus wegdek of hard bevroren
grond inschakelen. Gevaar van lagerschade!
Machine parkeren
Machine indien mogelijk parkeren op een horizontale, vlakke en stevige on-
dergrond.
BW 80 AD-5 Fam.
BOMAG
35