Om de 10 bedrijfsuren
6.7 Brandstofvoor-
raad controleren
Opgelet
!
Brandstoftank nooit leegrijden,
aangezien anders de brandstofin-
stallatie moet worden ontlucht.
Afb. 90
Vulstand controleren aan de
l
brandstofvoorraadindicatie (Afb.
90).
Tanken
Gevaar
!
Brandgevaar!
Bij werkzaamheden aan de brand-
stofinstallatie geen open vuur,
niet roken, geen brandstof mor-
sen.
Niet tanken in gesloten ruimtes.
Motor afzetten.
100
BOMAG
Gevaar
!
Gevaar voor de gezondheid!
Brandstofdampen niet inademen.
Opgelet
!
Verontreinigde brandstof kan tot
uitval of beschadiging van de mo-
tor leiden. Indien vereist brandstof
ingieten door een zeeffilter.
Voortdurend toezien op het tan-
ken.
Brandstofkwaliteit en -hoeveel-
heid, zie paragrafen "Bedrijfsstof-
fen" en "Bedrijfsstoffentabel".
Milieu
Uitlopende brandstof opvangen,
niet in de grond laten wegsijpelen.
Motor afzetten.
l
Open de motorkap.
l
Afb. 91
Omgeving van de vulopening rei-
l
nigen.
Afsluitdeksel (Afb. 91) openen.
l
BW 80 AD-5 Fam.