6
Inbedrijfstelling
ZG- B BAG002.3 06.10
Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over
het inbedrijfstellen van uw machine.
de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw
tractor kunt aansluiten/aankoppelen.
Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze
handleiding hebben gelezen en begrepen.
Neem het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften voor de bediener"
vanaf pagina 23 in acht bij het
het aan- en afkoppelen van de machine
het transporteren van de machine
het werken met de machine
De tractor waarop u de machine aankoppelt of waarmee u de
machine transporteert, dient daartoe geschikt te zijn!
Tractor en machine dienen te voldoen aan de wettelijke
verkeersvoorschriften.
Zowel de eigenaar als bestuurder zijn ervoor verantwoordelijk
dat de machine voldoet aan de nationale verkeersvoorschriften.
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, naar binnen
trekken en vastgrijpen hij de hydraulische of elektrische
onderdelen.
Blokkeer geen bedieningshendels op de tractor als deze hendels
hydraulische of elektrische functies direct uitvoeren, zoals in- en
uitklappen, draaien en verschuiven. De beweging moet automatisch
stoppen zodra u de betreffende bedieningshendel bijbehorende
regelelement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van inrichtingen
die
continu zijn of
automatisch geregeld zijn of
voor hun werking een zweefstand of drukstand nodig hebben
Inbedrijfstelling
65