NOOD-UIT-functie
⊗
Schakel het apparaat in. Aan de hand van de verlichting op het display kunt u direct
vaststellen of het apparaat klaar is voor gebruik. Bij modellen met een hijsinrichting
stuurt de hijsmotor automatisch het referentiepunt aan.
⊗
Kies de gebruikswijze "MANUEEL" en verhoog gelijkmatig de opgegeven snelheid
(zie Hoofdstuk 7.1.1).
⊗
De snelheid wordt gelijkmatig tot de opgegeven waarde verhoogd en blijft stabiel.
⊗
Als u de NOOD-UIT-schakelaar in werking stelt, komt de loopband onmiddellijk tot
stilstand en de verlichting op het display gaat uit. Als dit zo werkt, kunt u ervan
uitgaan dat de NOOD-UIT-functie in orde is. Om het TRAC weer te laten
functioneren, moet u met de wijzers van de klok mee aan de NOOD-UITschakelaar
draaien totdat deze eruit springt.
⊗
Kies de bedrijfsmodus „HANDMATIG", verhoog de snelheidsspecificatie naar ten
minste 10 km/u en loop gelijkmatig (zie Hfst. 7.1.1). Bij het opstappen mag de
snelheid niet merkbaar worden onderbroken. Als de band voortdurend loopt, kunt u
ervan uitgaan, dat de smering en de stroomvoorziening in orde zijn.
⊗
Bij onderbrekingen van de snelheid moeten de smering (zie Hfst. 9.1.7) en de
netwerkaansluiting worden gecontroleerd.
NOOD-STOP-functie
⊗
Schakel het apparaat in. Aan de hand van de verlichting op het display kunt u direct
vaststellen of het apparaat klaar is voor gebruik. Bij modellen met een hijsinrichting
stuurt de hijsmotor automatisch het referentiepunt aan.
⊗
Kies de gebruikswijze "MANUEEL" en verhoog gelijkmatig de opgegeven snelheid
(zie Hoofdstuk 7.1.1).
⊗
De snelheid wordt gelijkmatig tot de opgegeven waarde verhoogd en blijft stabiel.
⊗
Trek nu aan het veiligheidskoord. De loopband komt onmiddellijk tot stilstand en de
weergave springt terug naar het hoofdmenu. Als dit zo werkt, kunt u ervan uitgaan
dat de NOOD-STOP-functie in orde is. Pas als de magneet weer in het daarvoor
bestemde stopcontact wordt gestoken, functioneert de loopband weer.
Loopeigenschappen/smering
⊗
Schakel het apparaat in. Aan de hand van de verlichting op het display kunt u direct
vaststellen of het apparaat klaar is voor gebruik. Bij modellen met een hijsinrichting
stuurt de hijsmotor automatisch het referentiepunt aan.
⊗
Kies de gebruikswijze "MANUEEL" en verhoog de opgegeven snelheid tot ten
minste 10 km/h en loop daarbij gelijkmatig (zie Hoofdstuk 7.1.1). Bij het optreden op
de loopband mag geen vermindering van de snelheid worden vastgesteld. Bij een
continue lopen van de band kunt u ervan uitgaan dat de smering en de
stroomvoorziening in orde zijn.
7 6
Technische en optische wijzigingen, alsmede drukfouten voorbehouden - © 2015 by ERGO-FIT GmbH & Co. KG
Bediening