VERLICHTING EN SIGNALEN
3
4
Bij een storing
Wanneer de boodschap "Controleer aut_-
verlichting" op het instrumentenpaneel ver-
schijnt, wordt het systeem uitgeschakeld.
Raadpleeg een merkdealer.
Het gebruik 's nachts van een
draagbaar navigatiesysteem
op het gedeelte van de voorruit
onder de camera, kan de wer-
king van het automatische grootlichtsys-
teem verstoren (risico van reflecties op
de voorruit).
(3/5)
Functie verlichting overdag
De verlichting schakelt automatisch in over-
1
dag zonder dat u de schakelaar 1 hoeft te
bedienen bij het starten van de motor en
schakelt uit bij het stoppen van de motor.
Bij een storing
Als de boodschap "Controleer verlichting"
verschijnt in combinatie met het waarschu-
©
wingslampje
k
lampje
knippert op het instrumenten-
paneel, is er een storing in de verlichting.
Raadpleeg een merkdealer.
Uitschakelen van de lichten
Er zijn twee mogelijkheden:
– zet handmatig de ring 4 in stand 0;
– automatisch, de lichten gaan uit na het
en het waarschuwings-
Waarschuwingssignaal
verlichting brandt nog
Er klinkt een geluidssignaal bij het openen
van het bestuurdersportier om u te waar-
schuwen dat de lichten nog branden.
stoppen van de motor, bij het openen van
het bestuurdersportier of bij het vergren-
delen van de auto. In dat geval schake-
len, bij de volgende keer starten van de
motor, de lichten opnieuw in, overeen-
komstig de stand van ring 4.
1.87