KINDERZITJES: bevestiging met autogordel
X = Plaats niet toegestaan voor het installeren van dit type kinderzitje.
U = Plaats toegestaan voor de bevestiging met de gordel van een in de handel verkrijgbaar als "Universeel" goedgekeurd zitje; controleer of het
gemonteerd kan worden.
(2) Een reiswieg wordt dwars in de auto geïnstalleerd en neemt ten minste twee zitplaatsen in beslag. Plaats het hoofd van het kind aan de tegen-
over het portier van de auto gelegen kant.
(3) Zet de stoel van de auto indien nodig zo ver mogelijk naar achteren. Zet de voorstoel van de auto zo ver mogelijk naar voren om een kinderzitje
achterstevoren te installeren, en zet deze daarna zo ver mogelijk terug zonder dat deze tegen het kinderzitje komt.
(4) Verwijder in ieder geval de hoofdsteun van de stoel achteraan waarop het kinderzitje is geplaatst. Dit moet gebeuren voordat u het kinderzitje
plaatst. Raadpleeg de paragraaf "Hoofdsteunen achter" in hoofdstuk 3. Zet de stoel voor het kind naar voren en zet de rugleuning recht om
contact tussen de stoel en de benen van het kind te vermijden.
(5) Hef de stoel helemaal omhoog en plaats de stoel zo ver mogelijk naar achteren, en kantel de rugleuning enigszins (ongeveer 25°).
(3/3)
1.47