WAARSCHUWING SNELHEIDSVERKLIKKER
Bij een storing
kan het systeem de snelheidsbeperking niet
detecteren als:
– de voorruit niet schoon is;
– de camera verblind wordt door de zon;
– het zicht niet goed genoeg is ('s nachts,
mist ...);
– de verkeersborden onleesbaar zijn
(sneeuw ...) of verborgen zijn (achter een
andere auto of bomen);
– de informatie van het navigatiesysteem
niet actueel is.
2.54
(3/3)
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval de
waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen, die altijd de
controle over zijn auto moet behouden.
De bestuurder moet zijn snelheid altijd aanpassen aan de rijomstandigheden, on-
geacht de aanwijzingen van het systeem.
Met het systeem kunnen verkeersborden die de maximumsnelheid aangeven worden ge-
detecteerd. Andere verkeersborden worden niet gedetecteerd.
De bestuurder mag de borden die niet door het systeem worden gedetecteerd echter niet
negeren en moet zich aan altijd in eerste instantie aan de verkeersborden en de voorschrif-
ten van het verkeersreglement houden.
Bij slecht zicht (mist, sneeuw, vorst ...) kan het systeem niet de juiste snelheidsbeperking
aangeven.
De bestuurder moet zijn snelheid altijd aanpassen aan het verkeer, ongeacht de aanwijzin-
gen van het systeem.