Montageverloop
Secundair circuit aansluiten
Afb. 24
Aanvoer buitenunit (verwarmingswaterintrede):
A
G 1
(wartelmoer DN 32, binnenschroefdraad)
¼
Retour buitenunit (verwarmingswateruittrede):
B
G 1
(wartelmoer DN 32, binnenschroefdraad)
¼
Aanvoer warmwaterboiler (verwarmingswater-
C
zijde): G 1
(wartelmoer DN 32, binnenschroef-
¼
draad)
Verwarmingswaterretour en retour warmwaterboi-
D
ler: G 1
(wartelmoer DN 32, binnenschroefdraad)
¼
Verwarmingswateraanvoer: G 1
E
DN 32, binnenschroefdraad)
Afvoerslang van de veiligheidsklep
F
1. Secundaire circuit door installateur van expansie-
vat en veiligheidsgroep te voorzien (volgens
DIN 4757).
Veiligheidsgroep aan de door de installateur te
voorziene leiding in de verwarmingswaterretour
monteren.
2. Alle hydraulische leidingen aan de binnenunit aan-
sluiten (secundair circuit en verbindingsleidingen
van buitenunit).
Aansluitingen met de buitenunit
Max. aandraaimoment voor aanvoer en retour
■
naar de buitenunit: 50 Nm
■
Voor de hydraulische integratie naar de buiten-
unit zijn aansluitsets (accessoire) beschikbaar.
!
Opgelet
Mechanisch belaste hydraulische verbindin-
gen veroorzaken lekkage, vibraties en
schade aan het toestel.
Leidingen bij de installateur moeten belas-
tingvrij en spanningsvrij worden aangeslo-
ten.
30
F
+
E
D
C
B
A
(wartelmoer
¼
3. Verwarmingsinstallatie grondig spoelen.
4. Interne hydraulische verbindingen bij de installa-
teur op lekkage controleren.
!
Opgelet
Ondichte hydraulische verbindingen veroor-
zaken schade aan het toestel.
Bij lekkages vloeistof via de aftapkraan
aftappen. Positie van de pakkingringen con-
troleren. Verschoven pakkingringen beslist
vervangen.
Opmerking
De ontluchtingskraan secundair circuit bevindt zich
in de binnenunit. Om te ontluchten, de slang op de
ontluchtingskraan secundair circuit aansluiten. De
slang naar buiten leiden.
Meer informatie over het vullen en ontluchten in
aanmerking nemen: Zie pagina 63.
5. Leidingen binnen het gebouw isoleren. Bij warmte-
pompen met koelfunctie warmte- en dampdiffusie-
dichte isolatie gebruiken.
binnen-
buis-
Min. dikte isolatielaag met
7
leiding
= 0,035 W/(m
λ
22 mm
≤
> 22 mm
Warmtegeleidingsvermogen
λ
6. Afvoerslang van de veiligheidsklep
en beluchting op het rioleringsstelsel aansluiten.
Opmerking
In vloerverwarmingscircuits moet een thermostaat
■
als maximumtemperatuurbegrenzing voor de vloer-
verwarming worden ingebouwd: Zie pagina 38.
■
Het minimumdebiet garanderen, bijvoorbeeld met
overstortklep: Zie "technische gegevens" op
pagina 104.
K)
·
40 mm
60 mm
met afschot