Buitenunit monteren
Plaatsing
■
Niet met de uitblaaszijde tegen de hoofdwindrichting
installeren.
■
Buitenunit niet boven kelderschachten of bodemkui-
pen monteren.
Wanddoorvoeren en beschermbuizen voor de
■
hydraulische en elektrische verbindingsleidingen
zonder profielstukken en richtingsveranderingen uit-
voeren.
Weersinvloeden
Bij montage op winderige plaatsen: windbelasting in
■
acht nemen.
Bij de montage van de buitenunits op een plat dak
kunnen afhankelijk van de windlastzone en de
gebouwhoogte aanzienlijke windlasten optreden. In
dit geval adviseren we de subconstructie van een
vakplanner rekening houdende met DIN 1991-1-4 te
laten dimensioneren.
■
Buisleidingen naar de buitenlucht van een voldoende
dikke isolatie voorzien: zie volgende tabel.
Binnen-
buis-
Min. dikte isolatielaag met
7
leiding
= 0,035 W/(m
λ
22 mm
≤
> 22 mm
Warmtegeleidingsvermogen
λ
■
Buitenunit in de bliksembeveiliging integreren.
■
Bij het ontwerp van een weerbescherming of behui-
zing rekening houden met de warmteopname (ver-
warming) en warmteafgifte (koeling) van het appa-
raat.
Condenswater
Vloer- en wandmontage:
Zorgen voor vrije condenswaterafvoer.
■
Voor het doorsijpelen een vast grindbed onder de
buitenunit maken.
■
In gebieden waar de buitentemperatuur vaak onder
0 °C ligt, adviseren wij een elektrische extra verwar-
ming (accessoire) voor de condenswaterbak van de
buitenunit.
(vervolg)
K)
·
40 mm
60 mm
Montage op platte daken:
■
De vrije afvoer van het condenswater op het dakop-
pervlak is niet toegestaan aangezien zich daardoor
ijslagen kunnen vormen. IJslagen op het dak verhin-
deren evt. het vrij aflopen van meer condenswater
en leiden tot verhoogde dakbelastingen.
Extra elektrische verwarming voor condenswaterlei-
■
ding gebruiken (accessoires).
■
Voor de afvoer van het condenswater de condens-
waterslang van de buitenunit op een geïsoleerde
condenswaterleiding aansluiten. Condenswaterslang
is leveringsomvang van de extra elektrische verwar-
ming.
Condenswaterslang eventueel via een sifon invoe-
ren.
Contactgeluid en trillingen tussen het gebouw en
de buitenunit ontkoppelen
Elektrische verbindingskabels binnen-/buitenunit
■
trekvrij leggen.
■
Montage alleen aan wanden met groot oppervlakte-
2
gewicht (> 250 kg/m
), niet op snelbouwwanden,
dakstoel enz.
In de leveringsomvang van de console voor de
■
wandmontage zijn componenten voor de trillingsont-
koppeling inbegrepen.
Geen extra trillingsdempers, veren, rubberen buffers
enzovoort gebruiken.
■
Bij de montage van de buitenunit op dakoppervlak-
ken bestaat het gevaar dat contactgeluid en trillingen
in het gebouw worden overgedragen.
Als de buitenunit op vrijstaande garages gemonteerd
wordt, kunnen bij ontoereikende contactgeluids- en
trillingsontkoppeling storende geluiden door resonan-
tieversterkingen ontstaan: zie planningsaanwijzing.
Gewicht van de buitenunits
Warmtepompen met buitenunit 230 V
Types
Gewicht in kg
201.A04
201.A06
201.A08
201.A10
201.A13
201.A16
Warmtepompen met buitenunit 400 V
Types
Gewicht in kg
201.A10
201.A13
201.A16
Montageverloop
102
102
103
145
145
145
153
153
153
15