Ga naar www.altiris.com of de Dell Support-website support.dell.com voor meer informatie over de DCM-console.
In de DCM-console beschikt u over de volgende mogelijkheden:
Informatie over de computer weergeven, zoals het aantal processoren en het gebruikte besturingssysteem.
l
De status van de computer controleren, zoals temperatuurwaarschuwing van temperatuurmeters of waarschuwingen bij storingen van de vaste schijf
l
van opslagapparaten.
De status van de computer wijzigen door het BIOS bij te werken, de BIOS-instellingen te configureren of de computer op afstand uit te schakelen.
l
Als Dell Client Manager op een console en de clientsoftware op clientcomputers zijn geïnstalleerd, beschikt u over een beheerde computer. Ga naar de Dell
Support-website support.dell.com voor meer informatie over DCM.
Fysieke beveiliging
Detecteren van ongewenst openen van chassis
N.B.:
Als het wachtwoord van de beheerder is ingeschakeld, moet u dit wachtwoord kennen om de instelling van Chassis Intrusion (Ongewenst openen
van chassis) te kunnen wijzigen.
Als deze functie, die optioneel is op bepaalde computers, is geïnstalleerd en ingeschakeld, wordt het openen van het chassis gedetecteerd en wordt de
gebruiker gewaarschuwd. U wijzigt de instelling van Chassis Intrusion (Ongewenst openen van chassis) als volgt:
1. Open het System Setup-programma (zie
2. Kies Security (Beveiliging)®Chassis Intrusion (Ongewenst openen van chassis).
3. Klik om de gewenste instelling te selecteren.
4. Sluit het System Setup-programma af en sla de instellingen op.
Opties
On (Aan): als de computerkap wordt geopend, wordt de instelling gewijzigd in Detected (Gedetecteerd) en wordt het volgende waarschuwingsbericht
l
weergegeven wanneer de computer opnieuw wordt opgestart:
Alert! Cover was previously removed (Waarschuwing! De kap is de vorige keer verwijderd).
U wijzigt de instelling van Detected (Gedetecteerd) als volgt:
a. Open het System Setup-programma (zie
b. Kies Security (Beveiliging) ®Chassis Intrusion (Ongewenst openen van chassis) en kies vervolgens de optie Clear Intrusion Warning
(Waarschuwing bij ongewenst openen wissen) om het detecteren van het ongewenst openen van het chassis opnieuw in te stellen. \Wijzig de
instelling in On (Aan), On-Silent (Aan-stil) of Disabled (Uitgeschakeld).
N.B.:
De standaardinstelling is On-Silent (Aan-stil).
c. Sla de BIOS-instellingen op en sluit het System Setup-programma af.
On-Silent (Aan-stil, standaardinstelling): als de computerkap wordt geopend, wordt de instelling gewijzigd in Detected (Gedetecteerd). Er wordt
l
tijdens het opnieuw opstarten van de computer geen waarschuwingsbericht weergegeven.
Off (Uit): er wordt niet op ongewenst openen gecontroleerd en er worden geen berichten weergegeven.
l
Hangslotbeugel en sleuf voor beveiligingskabel
Gebruik een van de volgende methoden om uw computer te beveiligen:
U kunt een hangslot of een combinatie van een hangslot en een lusvormige beveiligingskabel aan de hangslotbeugel bevestigen.
l
Met het hangslot is de computer tegen openen beveiligd.
Een beveiligingskabel die aan een vast object is bevestigd, wordt in combinatie met het hangslot gebruikt om ongewenst verplaatsen van de computer
te voorkomen.
U kunt een in de handel verkrijgbaar antidiefstalvoorziening aan de sleuf voor de beveiligingskabel op de bovenzijde van de computer bevestigen.
l
Het System Setup-programma
openen).
Het System Setup- programma
openen).