Inhoudsopgave
Advertenties
N.B.:
In het System Setup-programma wordt een wachtwoord weergegeven voor alle vaste schijven die op het moederbord zijn
aangesloten.
Power Management (Energiebeheer)
Hier wordt aangegeven hoe de computer reageert als de stroomtoevoer weer wordt gestart na een stroomstoring. U kunt AC Recovery
AC Recovery
als volgt instellen:
Power Off (Uitgeschakeld, standaardinstelling)
l
Power On (Ingeschakeld)
l
Last State (Laatste status)
l
Hiermee stelt u het tijdstip in waarop de computer automatisch wordt ingeschakeld.
Auto On Time
De tijd wordt uitgedrukt in het standaard 12-uursformaat (uren:minuten:seconden).
U kunt de inschakeltijd wijzigen door de waarden in het tijd- en AM/PM-veld.
N.B.:
Deze functie werkt niet als u uw computer uitschakelt met de schakelaar op een stekkerdoos of een piekbeveiliger of als Auto
Power On (Automatisch inschakelen) is ingesteld op disabled (uitgeschakeld).
Hiermee schakelt u de energiebesparende modus in of uit.
Low Power Mode
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
N.B.:
Als de energiebesparende modus is ingeschakeld, is de geïntegreerde netwerkkaart uitgeschakeld.
Hiermee kan de computer opstarten wanneer een geïntegreerde netwerkadapter een ontwaaksignaal ontvangt. U kunt Remote Wakeup
Remote Wakeup
als volgt instellen:
Disable (Uitschakelen, standaardinstelling)
l
Enable (Inschakelen)
l
Enable with Boot NIC (Inschakelen met opstarten via netwerkadapter)
l
Hiermee kunt u de stand-bymodus voor energiebeheer als volgt instellen:
Suspend Mode
S1
l
S3 (standaardinstelling)
l
Hiermee stelt u de snelheid van de systeemventilator in.
Fan Control
Override
N.B.:
Als deze optie is ingeschakeld, draait de ventilator op volle snelheid.
Maintenance (Onderhoud)
Hier wordt het serviceplaatje van uw computer weergegeven.
Service Tag
Hier kunt u een inventarislabel voor de computer maken als er nog geen inventarislabel is ingesteld.
Asset Tag
Deze optie is standaard niet ingeschakeld.
SERR Messages Hiermee wordt het SERR-meldingsmechanisme ingesteld.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het SERR-meldingsmechanisme is uitgeschakeld.
Image Server
Hier geeft u aan hoe de ImageServer het adres van de server opzoekt.
Lookup Method
Static IP (Vast IP-adres)
l
DNS
l
N.B.:
U moet Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkadapter) instellen op Enable with ImageServer (Inschakelen met ImageServer) om
de Lookup Method (Opzoekmethode) in te stellen.
Hiermee geeft u het primaire vaste IP-adres op van de ImageServer waarmee de clientsoftware communiceert.
ImageServer IP
Het standaard-IP-adres is 255.255.255.255.
N.B.:
U moet Integrated NIC (Geïntegreerde netwerkadapter) instellen op Enable with ImageServer (Inschakelen met ImageServer) om
de ImageServer IP (IP-adres van ImageServer) in te stellen.
Hiermee geeft u de primaire IP-poort op van de ImageServer waarmee de clientsoftware communiceert.
ImageServer
Port
De standaard-IP-poort is 06910.
Advertenties
Inhoudsopgave
