Inhoudsopgave
Advertenties
Installeer het stuurprogramma voor de muis opnieuw
Voer de Probleemoplosser voor hardware uit —
Netwerkproblemen
WAARSCHUWING:
Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden in de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com: www.Dell.com/regulatory_compliance.
Controleer of de netwerkkabel op juiste wijze is aangesloten. —
computer en de netwerkaansluiting is gestoken.
Controleer de netwerklampjes aan de achterzijde van de computer —
Vervang de netwerkkabel.
Start de computer opnieuw op en meld u opnieuw aan bij het netwerk.
Controleer uw netwerkinstellingen —
netwerkinstellingen juist zijn en dat het netwerk juist functioneert.
Voer de Probleemoplosser voor hardware uit —
Voedingsproblemen
WAARSCHUWING:
Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden in de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com: www.Dell.com/regulatory_compliance.
Als het aan/uit-lampje blauw is en de computer niet reageert —
Als het aan-uitlampje groen knippert —
knop om de normale werking te hervatten.
Als het aan/uit-lampje niet brandt —
Sluit een uiteinde van de stroomkabel opnieuw aan op de stroomaansluiting op de computer, en sluit het andere uiteinde van de stroomkabel aan op
l
het stopcontact.
Omzeil contactdozen, verlengkabels en andere voedingsbeschermingsapparaten om te controleren of de computer aangaat.
l
Zorg dat alle contactdozen die worden gebruikt, zijn aangesloten op een stopcontact en zijn ingeschakeld.
l
Controleer of er spanning op het stopcontact staat door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten.
l
Controleer of de stroomkabel en de kabel voor het voorpaneel stevig op het moederbord zijn aangesloten (raadpleeg het gedeelte "Onderdelen van
l
het moederbord" voor uw computer).
Als het aan-uitlampje oranje knippert —
Ga na of de stroomselectieschakelaar zo is ingesteld dat deze overeenkomt met de netstroom op uw locatie, indien van toepassing.
l
Controleer of alle onderdelen en kabels op de juiste manier zijn aangebracht en stevig op het moederbord zijn bevestigd (raadpleeg het gedeelte
l
"Onderdelen van het moederbord" voor uw computer).
Als het aan/uit-lampje oranje brandt —
Controleer of de voedingskabel van de processor goed is aangesloten op de connector op het moederbord (POWER2) (raadpleeg het gedeelte
l
"Onderdelen van het moederbord" in de Onderhoudshandleiding voor uw computer).
Verwijder alle geheugenmodules en plaats ze vervolgens terug (zie Geheugen).
l
Verwijder eventuele uitbreidingskaarten, met inbegrip van grafische kaarten (zie het gedeelte "PCI- en PCI Express-kaarten verwijderen" voor uw
l
computer).
Verwijder mogelijke storingsbronnen —
Stroom-, toetsenbord- en muisverlengkabels
l
Te veel apparaten aangesloten op dezelfde contactdoos
l
Zie het gedeelte
Probleemoplosser voor
Controleer of de netwerkkabel stevig in de netwerkaansluiting aan de achterkant van de
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die uw netwerk heeft ingesteld om te controleren of uw
Zie
Probleemoplosser voor
Zie
Diagnostische
De computer is in de stand-bymodus. Druk op een toets op het toetsenbord, beweeg de muis of druk op de aan/uit-
De computer is uitgeschakeld of krijgt geen stroom.
De computer krijgt stroom, maar er is mogelijk een probleem met de interne stroomvoorziening.
Mogelijk is er een apparaat dat niet goed werkt of dat onjuist is geïnstalleerd.
Interferentie kan worden veroorzaakt door:
hardware.
Als het netwerkintegriteitslampje uit is, vindt er geen netwerkcommunicatie plaats.
hardware.
lampjes.
Advertenties
Inhoudsopgave
