2. Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
3. Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft Windows
wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af en probeert u het opnieuw.
4. Het opstartmenu verschijnt. Dit menu bevat alle beschikbare opstartbronnen.
5. Gebruik de pijltoetsen om het juiste apparaat te selecteren (alleen voor de huidige opstartprocedure).
N.B.:
Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u wilt weten of een apparaat opstartbaar is,
raadpleegt u de documentatie bij het apparaat.
De opstartvolgorde permanent wijzigen voor toekomstige opstartprocedures
1. Open het System Setup-programma (zie
2. Klik op de optie SystemBoard (Moederbord) en klik op Boot Sequence (Opstartvolgorde).
3. Markeer het juiste apparaat in de lijst met apparaten aan de rechterkant en klik op de pijl-omhoog en pijl-omlaag om het gewenste apparaat te
verplaatsen.
4. Klik op Apply (Toepassen) om de wijzigingen op te slaan en klik vervolgens op Exit (Afsluiten) om het System Setup-programma af te sluiten en het
opstartproces te hervatten.
Opstarten vanaf een USB-apparaat
N.B.:
Om te kunnen opstarten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u wilt weten of een apparaat opstartbaar is,
raadpleegt u de documentatie bij het apparaat.
Geheugenstick
1. Steek het geheugenapparaat in een USB-poort en start de computer opnieuw op.
2. Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm F12 = Boot Menu verschijnt, drukt u op F12.
Het BIOS detecteert het apparaat en voegt het USB-apparaat aan het opstartmenu.
3. Selecteer het nummer naast het USB-apparaat in het opstartmenu.
De computer start vervolgens op vanaf het USB-apparaat.
Diskettestation
1. Open het System Setup-programma en stel de optie Diskette Drive (Diskettestation) in op USB.
2. Sla de wijzigingen op en sluit het System Setup-programma af.
3. Sluit het USB-diskettestation aan, plaats een opstartbare diskette in het diskettestation en start de computer opnieuw op.
Wachtwoordbeveiliging
LET OP:
Wachtwoorden bieden bescherming van de gegevens op uw computer, maar zijn niet volkomen onfeilbaar. Als meer beveiliging nodig is
voor uw gegevens, kunt u extra beveiligingsmogelijkheden, zoals gegevenscoderingsprogramma, aanschaffen en gebruiken.
System Password (Systeemwachtwoord)
Het System Setup-programma
openen).