Inhoudsopgave
Advertenties
Diagnostische lampjes
WAARSCHUWING:
Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden in de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving op
www.dell.com: www.Dell.com/regulatory_compliance.
De vier lampjes op het voorpaneel van de computer zijn gelabeld met 1, 2, 3 en 4 om u te helpen het probleem te achterhalen.
N.B.:
Als u een Ultra Form Factor-computer gebruikt, bevinden de diagnostische lampjes zich op het achterpaneel. Raadpleeg de Setup- en naslaggids die
bij uw computer is meegeleverd voor meer informatie.
Wanneer de computer normaal wordt opgestart, zullen de lampjes beginnen te knipperen en vervolgens uitgaan. Als de computer defect is, kunt u aan de
hand van de volgorde van de lampjes proberen het probleem te achterhalen.
N.B.:
Wanneer de computer klaar is met de POST, gaan alle vier de lampjes uit voordat de computer vanaf het besturingssysteem wordt opgestart.
Diagnostische lampcodes tijdens POST
Lampjespatroon
Probleembeschrijving
De computer is uitgeschakeld of krijgt
geen stroom.
Uit
Er is mogelijk een fout in het
moederbord opgetreden.
Uit
Er is mogelijk een fout in het
moederbord, een stroomstoring of een
probleem met een randapparaat
opgetreden.
Geel knipperend
Geen processor aanwezig.
Ononderbroken
geel
Er zijn geheugenmodules gedetecteerd,
maar er heeft zich een geheugenfout
voorgedaan.
Mogelijke oplossing
Sluit een uiteinde van de stroomkabel opnieuw aan op de stroomaansluiting op de
l
computer, en sluit het andere uiteinde van de stroomkabel aan op het stopcontact.
Omzeil contactdozen, verlengkabels en andere voedingsbeschermingsapparaten om te
l
controleren of de computer aangaat.
Zorg dat alle contactdozen die worden gebruikt, zijn aangesloten op een stopcontact
l
en zijn ingeschakeld.
Controleer of er spanning op het stopcontact staat door er een ander apparaat, zoals
l
een lamp, op aan te sluiten.
Controleer of het netsnoer en de kabel van het bedieningspaneel goed zijn
l
aangesloten op het moederbord.
Koppel de computer los. Wacht een minuut totdat er geen stroom meer is. Sluit de
l
computer aan op een werkend stopcontact en druk op de aan/uit-knop.
Neem contact op met Dell als het probleem zich blijft voordoen (zie
l
opnemen).
Schakel de computer uit maar koppel de computer niet los van het stopcontact. Druk op
l
de testknop van de stroomtoevoer op de achterkant van de voedingseenheid en houd
deze ingedrukt.
Als het diagnostische lampje voor de stroomtoevoer brandt, is er mogelijk een probleem
met het moederbord. Neem contact op met Dell (zie
Als het lampje naast de schakelaar niet gaat branden, dan koppelt u alle interne en
externe randapparaten uit en houdt u de testknop van de stroomtoevoer ingedrukt. Als
het gaat branden, is er mogelijk een probleem met een randapparaat. Neem contact op
met Dell (zie
Online contact
Als het diagnostische lampje voor de stroomtoevoer nog niet brandt, koppelt u de
l
voedingseenheid los van het moederbord en houdt u de testknop van de stroomtoevoer
vervolgens ingedrukt.
Als het lampje gaat branden, is er mogelijk een probleem met het moederbord.
Als het lampje nog steeds niet brandt, is er mogelijk een probleem met de
stroomtoevoer.
Neem contact op met Dell (zie
Plaats de processor terug en start het systeem opnieuw op. Controleer de
l
processorsocket op schade als de computer nog steeds niet opstart.
Neem contact op met Dell als het probleem zich blijft voordoen (zie
l
opnemen).
Als er twee of meer geheugenmodules zijn geïnstalleerd, verwijdert u de modules,
l
plaatst u één module terug en start u de computer opnieuw op.
Als de computer normaal opstart, plaatst u de andere geheugenmodules (één voor één)
totdat u de defecte module hebt opgespoord of alle modules zonder problemen hebt
teruggeplaatst.
Online contact
opnemen).
Online contact
opnemen).
Online contact
opnemen).
Online contact
Advertenties
Inhoudsopgave
