Lasmethode
MIG/MAG-lassen
6.1.5
Vlamboogdynamiek (smoorspoelwerking)
Met deze functie kan de vlamboog van een smalle, harde vlamboog met diepte inbranding (positieve
waarde) aan een brede en zachte vlamboog (negatieve waarde) worden aangepast. Aanvullend wordt de
geselecteerde instelling met signaallampjes onder de draaiknoppen weergegeven.
6.1.6
superPuls
Bij superPuls wordt tussen hoofdprogramma (PA) en gereduceerd hoofdprogramma (PB) heen en weer
geschakeld. Deze functie wordt bijv. voor dunne platen gebruikt om de warmte-inbreng gericht te reduce-
ren of in geforceerde posities zonder pendelen te lassen
De superPuls in combinatie met EWM-lasprocessen biedt talloze mogelijkheden. Om bijv. opgaande ver-
ticale lasnaden zonder de zogenoemde "dennenboom-techniek" te kunnen lassen, wordt bij de selectie
van programma 1 > zie hoofdstuk 5.6.3.1 de desbetreffende superpuls-variant (materiaalafhankelijk) ge-
activeerd. De daartoe behorende Superpuls-parameters zijn af fabriek ingesteld.
Het lasvermogen kan als gemiddelde waarde (af fabriek) of door programma A worden weergegeven. Bij
ingeschakelde weergave van de gemiddelde waarde lichten de signaallampjes van het hoofdprogramma
(PA) en het gereduceerde hoofdprogramma (PB) gelijktijdig op. De weergavevarianten kunnen met spe-
ciale parameter P19 worden omgeschakeld, > zie hoofdstuk 5.4.4.4.
52
099-00L100-EW505
4.7.2019