+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com/en/specialist-dealers. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ............................3 2 Voor uw veiligheid ..........................6 Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding ............6 Verklaring van symbolen ....................... 7 Onderdeel van de complete documentatie ..................8 3 Gebruik overeenkomstig de bestemming ...................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 5.5.4 Configuratie laden ......................36 5.5.4.1 Systeem......................36 5.5.4.2 Xnet-apparaat ....................36 5.5.5 Laad talen en teksten ....................36 5.5.6 Registratie op USB-geheugen ..................36 5.5.6.1 USB-geheugen registreren ................36 5.5.6.2 Registratie starten ..................36 5.5.6.3 Registratie stoppen ..................
Pagina 5
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 8 Bijlage ..............................79 JOB-List ............................79 Parameteroverzicht – instelbereiken ................... 87 Fabrikant zoeken ......................... 89 099-00L100-EW505 4.7.2019...
Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Voor uw veiligheid Onderdeel van de complete documentatie Onderdeel van de complete documentatie Deze gebruikshandleiding is een onderdeel van de complete documentatie en is uitsluitend geldig in combinatie met de complete documentatie! Lees en volg de gebruikshandleidingen van alle systeemcomponenten, vooral de veiligheidsaanwijzingen! De afbeelding toont het algemeen voorbeeld van een lassysteem.
Gebruik overeenkomstig de bestemming Gebruik en bediening uitsluitend met de volgende apparatuur Gebruik overeenkomstig de bestemming WAARSCHUWING Gevaren door onbedoeld gebruik! Dit apparaat is gefabriceerd overeenkomstig de huidige stand van de techniek en nor- men voor industrieel gebruik. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor de op het typep- laatje aangegeven lasprocessen.
Sneloverzicht Besturing - bedieningselementen Sneloverzicht Besturing - bedieningselementen Afbeelding 4-1 Pos. Symbool Beschrijving Drukknop systeem Voor weergave en configuratie van systeeminstellingen > zie hoofdstuk 5.4.4. Apparaatweergave Grafische apparaatweergave van alle apparaatfuncties, menu's, parameters en hun waarden > zie hoofdstuk 4.2.1. Drukknop USB Bediening en instellingen van de USB-interface >...
Pagina 11
Sneloverzicht Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving Drukknop Arc Deze drukknop heeft een dubbele functie: • Uitgangssituatie hoofdscherm: Wisseling van de lasmethode naar gelang de gesel- ecteerde materiaal-, gas- en toevoegmateriaalcombinatie. • Uitgangssituatie een van de submenu's: Weergave schakelt terug naar het hoofd- scherm.
Sneloverzicht Beeldschermsymbolen 4.2.2 Hoofdscherm Het hoofdscherm bevat alle voor het lasproces vereiste informatie vóór, tijdens en ná het lasproces. Bovendien wordt de statusinformatie constant weergegeven in de apparaatstatus. De toewijzing van de contextafhankelijke drukknoppen wordt eveneens in het hoofdscherm weergegeven. De gebruiker beschikt over verschillende vrij te selecteren hoofdschermen >...
Sneloverzicht Beeldschermsymbolen 4.2.2.1 Hoofdschermvarianten Hoofdschermtype 1 Hoofdschermtype 2 (af fabriek) Hoofdschermtype 3 Afbeelding 4-3 De selectie van de gewenste variant (hoofdschermtype) wordt in het menu Apparaatconfiguratie (sys- teem) uitgevoerd > zie hoofdstuk 5.4.6. 4.2.3 Startscherm Gedurende het opstartproces worden op het beeldscherm besturingsnaam, versie van de apparaatsoft- ware en taalselectie weergegeven.
Sneloverzicht Beeldschermsymbolen 4.2.3.1 Basisinstellingen voor het gebruik van twee draadaanvoerapparaten (P10) De instelling is uitsluitend beschikbaar of vereist bij: • draadaanvoerapparaat met besturing of • compacte constructie van de stroombron. Menupunt/parameter Waarde Opmerking DVX (single) DVX-eenheid 1 (master) DVX-eenheid 2 (slave) In de enkelvoudige bedrijfsmodus (P10 = 0) mag geen tweede draadaanvoerapparaat worden aangesloten! •...
Bediening van de apparaatbesturing Het lasvermogen instellen Bediening van de apparaatbesturing De primaire bediening wordt met de centrale besturingsknop onder het apparaatdisplay uitgevoerd. Selecteer het desbetreffende menupunt door de centrale besturingsknop te draaien (navigeren) en in te drukken (bevestigen). Als alternatief kunt u de selectie ook bevestigen met de contextafhankelijke drukknoppen onder het apparaatscherm.
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Apparaatconfiguratie (systeem) In menu System kan de gebruiker de basisapparaatconfiguratie uitvoeren. Menutoegang: Afbeelding 5-1 5.4.1 Energiebesparingsmodus (Standby) De energiebesparingsmodus kan op drie verschillende manieren worden geactiveerd: 1. Directe activering door langer indrukken van de knop op de besturing van het draadaanvoerapparaat (decompacte apparaten).
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.2 Toegangsmachtiging (Xbutton) Er zijn twee mogelijkheden om lasparameters te beveiligen tegen onbevoegde toegang of onbedoelde verstelling: 1 Sleutelschakelaar (afhankelijk van de apparaatuitvoering beschikbaar). In sleutelpositie 1 kunnen alle functies en parameters onbeperkt worden ingesteld. In sleutelpositie 0 kunnen de weergegeven laspa- rameters of functies niet worden gewijzigd (zie desbetreffende documentatie).
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.3 Statusinformatie In dit menu krijgt de gebruiker informatie over actuele systeemstoringen en waarschuwingen. 5.4.3.1 Fout en waarschuwingen Afbeelding 5-3 Pos. Symbool Beschrijving Foutnummer > zie hoofdstuk 7.4 Foutsymbolen ------- Waarschuwing (voorstadium van storing) ------- Storing (lasproces wordt gestopt) ------- Specifiek (voorbeeld temperatuurfout) Uitgebreide foutbeschrijving...
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.4.4 Speciale parameter De speciale parameters van de besturing van het draadaanvoerapparaat worden gebruikt voor klantspe- cifieke configuraties van de apparaatfuncties. Het aantal selecteerbare speciale parameters op de gebruikte apparaatbesturingen in het lassysteem kan afwijken.
Pagina 23
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Menu- Waarde Opmerking punt/parameter Programma-instelling voor relatieve programma's 0 =-------- relatieve programma's zijn gezamenlijk instelbaar (af fab- riek). 1 =-------- relatieve programma's zijn afzonderlijk instelbaar. Omschakeling van de bedrijfsmodus bij lassoort 0 =-------- Niet geactiveerd (af fabriek) 1 =-------- Geactiveerd 30 % Foutdrempel elektronische gasdebietregeling...
Pagina 24
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Correctiebedrijf in- / uitschakelen (P7) Het correctiebedrijf wordt voor alle jobs en desbetreffende programma's gelijktijdig in- of uitgeschakeld. Voor elke job wordt een correctiebereik voor draadtoevoersnelheid (DV) en lasspanningscorrectie (Ucorr) aangegeven. De correctiewaarde wordt voor elk programma afzonderlijk opgeslagen. Het correctiebereik kan maximaal 30% van de draadsnelheid en +-9,9 V lasspanning bedragen.
Pagina 25
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Programmaomschakeling met standaard toortsknop (P8) Speciale 4-takt (4-takt-absoluut-programmaverloop) • Takt 1: Absoluut-programma 1 wordt gestart • Takt 2: Absoluut-programma 2 wordt na afloop van "tstart" gestart. • Takt 3: Absoluut-programma 3 wordt gestart totdat de tijd "t3" verlopen is. Aansluitend wordt automa- tisch naar het absoluut-programma 4 overgeschakeld.
Pagina 26
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Speciale 4-takt speciaal (n-takt) In het n-takt-programmaverloop start het apparaat in de eerste takt met het startprogramma P van P start In de tweede takt wordt naar het hoofdprogramma P omgeschakeld, zodra de starttijd “tsart” is afgelopen.
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Instelling 4Ts-tiptijd (P11) De tiptijd voor het omschakelen tussen hoofdprogramma en beperkte hoofdprogramma heeft drie instellingen. 0 = geen tippen 1 = 320 ms (af fabriek) 2 = 640 ms JOB-lijsten omschakeling (P12) Waarde Benaming Verklaring Reële JOB-lijst...
Pagina 28
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Block-JOB-bedrijfsmodus (P16) De volgende accessoirecomponenten ondersteunen de block-JOB-bedrijfsmodus: • Up/down-lastoorts met enkel 7-segmentendisplay (twee knoppen) In JOB 0 is altijd programma 0 actief, in alle overige JOB's programma 1 In deze bedrijfsmodus kan men met de accessoires tot 30 JOB’s (lasopdrachten) opvragen, verdeeld in drie blokken.
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) Programma-instelling voor relatieve programma's (P23) De relatieve programma's Start-, Daal- en Eindprogramma kunnen gezamenlijk of afzonderlijk voor ar- beidspunten P0-P15 worden ingesteld. Bij gezamenlijke instelling worden de parameterwaarden in te- genstelling tot de afzonderlijke instelling in de JOB opgeslagen. Bij afzonderlijke instellingen zijn de pa- rameterwaarden voor alle JOB's gelijk (uitzondering Speciale JOBs SP1, SP2 und SP3).
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.7 Compensatie leidingsweerstand De weerstandswaarde van de leidingen kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij le- vering is de leidingsweerstand ingesteld op 8 mΩ. Deze waarde komt overeen met een 5 m massakabel, 1,5 m tussenslangpakket en 3 m watergekoelde lastoorts.
Pagina 32
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 50mm DE - Abgleich Leitungswiderstand EN - Cable resistance alignment FR - Alignement résistance ligne IT - Compensazione resistenza circuito ES - Compensación de la resistencia del cable NL - Compensatie leidingsweerstand SE - Kalibrering av ledningsmotståndet PL - Porównanie rezystancji przewodu RU - Компенсация...
De melding kan worden gereset en er kan een nieuwe QR-code door het netwerk wor- den aangevraagd. 5.4.7.3 Identificatie onderdeel In het ewm Xnet worden voorgedefinieerde barcodes met de handscanner geregistreerd. In de besturing worden onderdelen opgeroepen en weergegeven. Afbeelding 5-9 Pos. Symbool Beschrijving...
Bediening van de apparaatbesturing Apparaatconfiguratie (systeem) 5.4.7.5 Fout en waarschuwingen Er wordt een lijst met alle ewm Xnet-specifieke fouten en waarschuwingen met ID-nummer en be- schrijving weergegeven. 5.4.8 Statusinformatie Afbeelding 5-11 5.4.8.1 Netwerk Afbeelding 5-12 5.4.9 Systeemgeheugen wissen Zet de voor de opslag van las- en logboekgegevens gebruikte intern systeemgeheugen terug en ver- wijdert alle gegevens.
Bediening van de apparaatbesturing Offline-gegevensoverdracht (USB) Offline-gegevensoverdracht (USB) Deze USB-interface mag uitsluitend voor gegevensuitwisseling met een USB-stick worden ge- bruikt. Om beschadiging van het apparaat te voorkomen mogen geen andere USB-apparaten zoals toetsenborden, harde schijven, mobiele telefoons, camera's of overige apparaten op de aansluiting worden aangesloten.
Bediening van de apparaatbesturing Offline-gegevensoverdracht (USB) 5.5.4 Configuratie laden 5.5.4.1 Systeem Configuratiegegevens en systeemcomponenten van de stroombron. 5.5.4.2 Xnet-apparaat Masterconfiguratie Kerngegevens voor netwerkcommunicatie (apparaatonafhankelijk). Individuele configuratie De apparaatafhankelijke configuratiegegevens zijn enkel geschikt voor de huidige stroombron. 5.5.5 Laad talen en teksten Een taal- en tekstpakket van het opslagmedium (USB) in het lasapparaat laden.
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) Lasopdrachtenbeheer (Menu) In dit menu kunnen gebruikers alle taken rondom de organisatie van de lasopdracht (JOB) uitvoeren. Deze apparaatserie onderscheidt zich door de eenvoudige bediening en vele functies. • Een groot aantal lasopdrachten (JOB's), bestaande uit lasmethode, materiaalsoort, draaddiameter en soort beschermgas zijn al voorgeprogrammeerd >...
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3 Programmaverloop In het programmaverloop kunt u lasparameters selecteren en bijbehorende waarden instellen. Het aantal weergegeven parameters is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus. Daarnaast heeft de gebruiker toegang tot de uitgebreide instellingen en instelmodus. De instelbereiken van parameterwaarden zijn samengevat in het hoofdstuk Parameteroverzicht >...
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3.1 Programma (P 1-15) In de handmatige bedieningsmodus van het programma P0 kan de gebruiker de werkpuntinstelling op traditionele wijze via de parameterinstellingen op de apparaatbesturing uitvoeren. Het actieve programma wordt in het hoofdmenu van de apparaatweergave in het weergavebereik voor procesparameters met de letter "P"...
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3.2 Overzicht van omschakelingsmogelijkheden van lasparameters De gebruiker kan met volgende componenten de lasparameters van de hoofdprogramma’s wijzigen. M3.7 – I/J Besturing draadaanvoer- P1-15 apparaat PC 300.NET Software P1-15 MT Up/Down Lastoorts P1-9 MT 2 Up/Down Lastoorts P1-15 MT PC 1...
Pagina 41
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) Voorbeeld 2: verschillende posities bij een werkstuk lassen (4-takt) Afbeelding 5-18 Voorbeeld 3: aluminium-lassen van verschillende plaatdikten (2- of 4-takt speciaal) Afbeelding 5-19 099-00L100-EW505 4.7.2019...
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3.3 MIG/MAG-lassen Voor elke JOB kan voor het start-, beknopte hoofd- en eindprogramma apart worden ingesteld of er naar de pulsmethode moet worden overgeschakeld. Deze eigenschappen worden samen met de JOB in het lasapparaat opgeslagen. De pulsmethode is af fabriek in het eindprogramma van alle forceArc JOB’s geactiveerd.
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3.5 TIG-lassen Afbeelding 5-21 Menupunt/parameter Programma Opmerking Gasvoorstroomtijd Gasinstelwaarde Vereiste GFE-optie/uitvoering (elektronische gasdebietregeling) Stroom Startstroom START Duur Duur (startprogramma) Slope-tijd Slope-duur van P naar P START Stroom Lasstroom, absoluut Duur Pulstijd (superpuls) Slope-tijd Slope-duur van P naar P Stroom Lasstroom...
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.3.6 Elektrodelassen Afbeelding 5-22 Menupunt/parameter Opmerking Stroom Hotstart-stroom Duur Hotstart-tijd Stroom Hoofdstroom De hotstartstroom is procentueel afhankelijk van de geselecteerde lasstroom. 099-00L100-EW505 4.7.2019...
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.4 Instelmodus Afbeelding 5-23 Pos. Symbool Beschrijving Draad terugtrekken De lasdraad wordt teruggetrokken. Door de toets langer in te drukken, verhoogt u de terugtreksnelheid van de draad. Draad invoeren De lasdraad wordt in het slangpakket ingevoerd. Door de toets langer in te drukken, verhoogt u de draadinvoersnelheid.
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.5 WPQR-lasgegevenswizard De voor het lasresultaat essentiële afkoeltijd van 800°C tot 500°C, de zogenaamde t8/5-tijd, kan met be- hulp van invoerwaarden in de WPQR-lasgegevenswizard worden berekend. Voorwaarde is de vooraf- gaande bepaling van de warmte-inbreng. Na de invoer van de waarden wordt de geldige t8/5-tijd zwart weergegeven.
Bediening van de apparaatbesturing Lasopdrachtenbeheer (Menu) 5.6.6 Lasbewaking Afbeelding 5-24 Pos. Symbool Beschrijving Stroomtolerantie DV-tolerantie Spanningstolerantie Uitgebreide instellingen Voor de weergave en instelling van uitgebreide procesparameters > zie hoofdstuk 4.2.3 WPQR-lasgegevenswizard WPQR Menupunt/parameter Waarde Opmerking Automatisch Vanuit het hoofdscherm wordt na een lasstart automatisch het venster lasbewaking geo- pend.
Bediening van de apparaatbesturing Lasmethode wijzigen (Arc) 5.6.7 JOB-weergave-instelling Menupunt/parameter Waarde Opmerking Tekst voor materiaal: Standaard Alternatief Tekst voor gas: Standaard Alternatief Absolute waarde-instelling: Start-, daal- en eindstroom worden in absolute waarden weergegeven Start-, daal- en eindstroom worden procen- tueel door programma A weergegeven (af fabriek).
Bediening van de apparaatbesturing Online-gegevensoverdracht (netwerkkoppeling) 5.8.1 Bekabeld lokaal netwerk (LAN) Statusbeschrijving Statusweergave Geen fysieke verbinding met het netwerk Gedeactiveerd LAN-symbool Verbinding met het netwerk, apparaat is geconfigu- Geactiveerd LAN-symbool reerd, geen gegevensoverdracht Verbinding met het netwerk, apparaat is geconfigu- Knipperend LAN-symbool reerd en verzendt gegevens Verbinding met netwerk, het apparaat is geconfigu-...
Lasmethode MIG/MAG-lassen Lasmethode De selectie van de lasopdracht kunt u uitvoeren in het menu JOB-selectie (mate- riaal/draad/gas) > zie hoofdstuk 5.6.1. De basisinstellingen van de desbetreffende lasmethode, zoals bedrijfsmodus of correctie van de vlam- booglengte, kunnen in het weergavegedeelte voor procesparameters in het hoofdscherm worden gesel- ecteerd >...
Deze functie wordt bijv. voor dunne platen gebruikt om de warmte-inbreng gericht te reduce- ren of in geforceerde posities zonder pendelen te lassen De superPuls in combinatie met EWM-lasprocessen biedt talloze mogelijkheden. Om bijv. opgaande ver- ticale lasnaden zonder de zogenoemde "dennenboom-techniek" te kunnen lassen, wordt bij de selectie van programma 1 >...
Lasmethode MIG/MAG-lassen 6.1.7 Bedrijfsmodi Lasparameters zoals bijv. gasvoorstromen, terugbranden, etc. zijn voor een groot aantal toepassingen optimaal vooraf ingesteld (kunnen echter zonodig worden aangepast). 6.1.7.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen De draadelektrode wordt getransporteerd...
Pagina 54
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 6-1 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. • Omschakelen naar voorgeselecteerde draadsnelheid. 2e fase •...
Pagina 55
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 6-2 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Pagina 56
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal Afbeelding 6-3 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START start...
Pagina 57
Lasmethode MIG/MAG-lassen Puntlassen Afbeelding 6-4 De starttijd t moet bij de punttijd t worden opgeteld. start 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen) • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P , de puntlastijd begint) START...
Pagina 58
Lasmethode MIG/MAG-lassen 2-takt speciaal met superpuls Afbeelding 6-5 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START start...
Pagina 59
Lasmethode MIG/MAG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 6-6 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. • Omschakelen naar voorgeselecteerde draadtoevoersnelheid (hoofdprogramma P 2e fase •...
Pagina 60
Lasmethode MIG/MAG-lassen 4-takt bedrijf met superpuls Afbeelding 6-7 1e fase: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit. •...
Pagina 61
Lasmethode MIG/MAG-lassen 4-takt-modus met wisselende lasmethode (procesomschakeling) Uitsluitend bij apparaten met lassoort pulsvlambooglassen > zie hoofdstuk 3.2. Afbeelding 6-8 1e takt: • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit.
Pagina 62
Lasmethode MIG/MAG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 6-9 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P START 2e fase •...
Pagina 63
Lasmethode MIG/MAG-lassen 4-takt-speciaal met wisselende lasmethode door kort indrukken (procesomschakeling) Uitsluitend bij apparaten met lassoort pulsvlambooglassen > zie hoofdstuk 3.2. Afbeelding 6-10 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op “langzame-invoersnelheid”. •...
Pagina 64
Lasmethode MIG/MAG-lassen 4-takt-speciaal met wisselende lasmethode (procesomschakeling) Uitsluitend bij apparaten met lassoort pulsvlambooglassen > zie hoofdstuk 3.2. Afbeelding 6-11 1e takt • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt beschermgas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START...
Lasmethode MIG/MAG-lassen 4-takt speciaal met superpuls Afbeelding 6-12 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). • Draadtoevoermotor loopt mee op "langzame-invoersnelheid". • De vlamboog ontsteekt nadat de draadelektrode op het werkstuk terechtkomt, de lasstroom vloeit (startprogramm P voor de tijd t START start...
Lasmethode MIG/MAG-lassen 6.1.8 coldArc / coldArc puls Warmtereducerende, spatarme korte vlamboog voor kromtrekkingsarm lassen en solderen van dunne platen met uitstekende overbrugging van lasvoegen. Afbeelding 6-13 Na het selecteren van het coldArc-lasproces > zie hoofdstuk 5.6 beschikt u over de volgende eigen- schappen: •...
(smeltbad) af en wordt de inbranding kleiner. Afbeelding 6-16 Bij een EWM wiredArc-vlamboog met draadregeling varieert de lasstroom (AMP) bij veranderingen van de stickouts slechts weinig. De compensatie van de lasstroom vindt door een actieve regeling van de draadsnelheid (DG) plaats.
Lasmethode MIG/MAG-lassen 6.1.12 MIG/MAG-standaardtoorts De branderknop van de MIG-lastoortsen dient in principe om het lasproces te starten en te stoppen. Bedieningselementen Functies Toortsknop • Lassen starten/stoppen Overige functies zoals bijvoorbeeld de programmaomschakeling (voor of na het lassen) zijn door het in- drukken van de toortsknop mogelijk (afhankelijk van het apparaattype en de besturingsconfiguratie).
Lasmethode TIG-lassen TIG-lassen 6.2.1 Bedrijfsmodi (functieverlopen) 6.2.1.1 Verklaring tekens en werking Symbool Betekenis Druk op de toortsknop Laat de toortsknop los Toortsknoppen tiptoetsen (kort indrukken en loslaten) Er stroomt inert-gas Lasvermogen Gasvoorstromen Gasnastromen 2-takt 2-takt speciaal 4-takt 4-takt speciaal Tijd Startprogramma START Hoofdprogramma...
Pagina 70
Lasmethode TIG-lassen 2-takt-bedrijf Afbeelding 6-18 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 2-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase • Laat de toortsknop los.
Pagina 71
Lasmethode TIG-lassen 4-takt-bedrijf Afbeelding 6-20 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met Liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling. 2e fase • Laat de toortsknop los (zonder effect).
Pagina 72
Lasmethode TIG-lassen 4-takt speciaal Afbeelding 6-21 Selecteren • Selecteer de bedrijfsmodus 4-takt-speciaal 1e fase • Toortsknop indrukken en vasthouden • Er stroomt inert-gas uit (gasvoorstromen). De vlamboogontsteking gebeurt met liftarc. • De lasstroom vloeit met de voorgeselecteerde instelling in het startprogramma “P “.
Lasmethode TIG-lassen 6.2.2 Ontsteking vlamboog 6.2.2.1 Liftarc Afbeelding 6-22 De boog wordt door contact met het werkstuk gestart. a) Plaats de gaskop van de toorts en de punt van de wolfraamelektrode voorzichtig op het werkstuk (lift- arc-stroom vloeit, onafhankelijk van de ingestelde hoofdstroom) b) Kantel de toorts over de toortsgaskop tot er tussen de elektrodepunt en het werkstuk een afstand van ca.
Lasmethode Elektrodelassen Elektrodelassen 6.3.1 Hotstart Voor het veilig ontsteken van de vlamboog en een toereikende verhitting op het nog koude basismateriaal aan het begin van het lassen zorgt de functie hotstart. Het ontsteken vindt daarbij na een bepaalde tijd (hotstarttijd) plaats met verhoogde stroomsterkte (hotstartstroom). hotstartstroom hotstarttijd hoofdstroom...
Verhelpen van storingen Jobs (lasopdrachten) resetten naar fabrieksinstellingen Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Verhelpen van storingen Waarschuwingsmeldingen Waarschuwingsmeldingen Een waarschuwingsmelding wordt afhankelijk van de weergavemogelijkheden van de apparaatweergave als volgt weergegeven: Weergavetype - apparaatbesturing Weergave Grafisch display twee 7-segment weergaven een 7-segment weergave De mogelijke oorzaak van de waarschuwing wordt aangegeven met het desbetreffende waarschuwings- nummer (zie tabel).
Verhelpen van storingen Foutmeldingen Foutmeldingen Een lasapparaatfout wordt door een foutcode (zie tabel) op het display van de besturing weergegeven. Bij een storing wordt de voeding uitgeschakeld. De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat (interfaces/functies).
Pagina 78
Verhelpen van storingen Foutmeldingen Categorie Mogelijke oorzaak Oplossing Software-update vereist Servicedienst informeren. Legende categorie (fout resetten) a) Foutmelding verdwijnt na het verhelpen van de fout. b) Fout kan door het indrukken van een contextafhankelijke drukknop met het symbool worden ge- reset.
Bijlage JOB-List Bijlage JOB-List Methode Materiaal Ø [mm] MSG Standard G3Si1 / G4Si1 CO2 100 (C1) MSG Standard G3Si1 / G4Si1 CO2 100 (C1) MSG Standard G3Si1 / G4Si1 CO2 100 (C1) MSG Standard G3Si1 / G4Si1 CO2 100 (C1) MSG Standard G3Si1 / G4Si1 CO2 100 (C1)