+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com/en/specialist-dealers. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie.
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ..........................3 2 Voor uw veiligheid ......................... 5 Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie ............. 5 Verklaring van symbolen ....................... 6 Veiligheidsvoorschriften ......................7 Transport en installatie......................10 3 Gebruik overeenkomstig de bestemming .................
Pagina 4
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie 5.1.9.10 Max. opvraagbare JOB's vastleggen ............ 44 5.1.10 Voetafstandsbediening RTF 1 ................44 5.1.10.1 RTF-start-slope ..................44 5.1.10.2 RTF-activeringsgedrag ................45 5.1.11 Expertmenu (TIG) ....................46 5.1.12 Compensatie leidingsweerstand ................48 Elektrodelassen ........................49 5.2.1 Selecteren ......................
Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie Voor uw veiligheid Richtlijnen voor het gebruik van deze documentatie GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •...
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen bij niet-naleving van de veiligheidsaanwijzingen! Het niet in acht nemen van de veiligheidsaanwijzingen kan levensgevaarlijk zijn! • Lees zorgvuldig de veiligheidsaanwijzingen van deze handleiding! • Volg de voorschriften van ongevallenpreventie en de landelijke voorschriften! •...
Pagina 8
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING Letselgevaar door ongeschikte kleding! Straling, hitte en elektrische spanning zijn onvermijdelijke bronnen van gevaar bij vlam- booglassen. De gebruiker moet alle verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruiken. De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten de gebruiker tegen de volgende gevaren beschermen: •...
Pagina 9
Voor uw veiligheid Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG Rook en gassen! Rook en gassen kunnen leiden tot ademnood en vergiftigingen! Bovendien kunnen dampen van oplosmiddelen (gechloreerde koolwaterstof) zich door de ultraviolette stra- ling van de vlamboog in giftig fosgeen omzetten! • Zorg voor voldoende frisse lucht! •...
Voor uw veiligheid Transport en installatie VOORZICHTIG Plichten van de eigenaar! Het gebruik van het apparaat veronderstelt de naleving van alle landelijke richtlijnen en wetten! • De nationale implementatie van de kaderrichtlijn (89/391/EEG) over de uitvoering van maatregelen ter verbetering van de veiligheid en gezondheidsbescherming van werkne- mers en bijbehorende individuele richtlijnen.
Pagina 11
Voor uw veiligheid Transport en installatie VOORZICHTIG Gevaar voor ongevallen door voorzieningsleidingen! Tijdens het transport kunnen niet-geïsoleerde voedingskabels (netkabels, stuurstroom- kabels enz.) gevaren veroorzaken, zoals bijv. het kantelen van aangesloten apparaten en personen verwonden! • Koppel alle voorzieningsleidingen los alvorens het transport uit te voeren! Kantelgevaar! Tijdens het verplaatsen en opstellen kan het apparaat kantelen, personen verwonden of beschadigd raken.
Gebruik overeenkomstig de bestemming Gebruik en bediening uitsluitend met de volgende apparatuur Gebruik overeenkomstig de bestemming WAARSCHUWING Gevaren door onbedoeld gebruik! Dit apparaat is gefabriceerd overeenkomstig de huidige stand van de techniek en nor- men voor industrieel gebruik. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor de op het typep- laatje aangegeven lasprocessen.
Gebruik overeenkomstig de bestemming Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten 3.3.1 Onderdeel van de complete documentatie Dit document is een onderdeel van de complete documentatie en is uitsluitend geldig in combinatie- met de complete documentatie! Lees en volg de gebruikshandleidingen van alle systeemcomponenten, vooral de veiligheidsaanwijzingen! De afbeelding toont het algemeen voorbeeld van een lassysteem.
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen De beschrijving van de apparaatbesturing is onderverdeeld in twee delen (A, B) ten behoeve van de overzichtelijkheid. De instelbereiken van parameterwaarden zijn samengevat in het hoofdstuk Parameteroverzicht > zie hoofdstuk 8.1. Afbeelding 4-1 Pos.
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen 4.1.1 Besturingsdeel A Afbeelding 4-2 Pos. Symbool Beschrijving Lasgegevensweergave (3 digits) Weergave van lasparameters en bijbehorende waarden > zie hoofdstuk 4.2 Drukknop Gastest / slangpakket spoelen > zie hoofdstuk 5.1.1 Drukknop bedrijfsmodus > zie hoofdstuk 5.1.4 / energiebesparingsmo- dus >...
Pagina 16
Besturing - bedieningselementen Overzicht besturingsdelen Pos. Symbool Beschrijving Signaallampje TIG-ontstekingstype Signaallampje is aan: Ontstekingstype Liftarc geactiveerd/HF-ontsteking uitgeschakeld. De omschakeling van het ontstekingstype wordt uitgevoerd in het expertmenu (TIG) > zie hoofdstuk 5.1.11. Signaallampje functie -teken Geeft aan dat in een omgeving met verhoogd elektrisch risico lassen mogelijk is (bijv. in ketels).
Besturing - bedieningselementen Appraatweergave Pos. Symbool Beschrijving Signaallampje elektrodediameter Ontstekingsoptimalisering (TIG)/basisinstelling kogelvorming Gasnastroomtijd AMP% Signaallampje, tweekleurig Rood: eindstroom Groen: eindstroom > zie hoofdstuk 5.1.11 Signaallampje down-slope tijd Appraatweergave De volgende lasparameters kunnen voor (instelwaarden), tijdens (werkelijke waarden) of na het lassen (hold-waarden) worden weergegeven: Parameter Vóór het lassen...
Besturing - bedieningselementen Bediening van de apparaatbesturing 4.3.3 Instelling van lasparameters in functieverloop De instelling van een lasparameter gebeurt in de functiesequentie door het indrukken van het Click- Wheel (keuze) en het draaien (navigeren naar de gewenste parameter). Door nogmaals de knop in te drukken wordt de geselecteerd parameter voor instelling geactiveerd (parameterwaarde en desbetref- fende signaallampje knipperen).
Beschrijving van de werking TIG-lassen Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.1 Instelling Hoeveelheid beschermgas (gastest)/slangpakket spoelen • Open langzaam de kraan van de gasfles. • Open de drukregelaar. • Schakel de stroombron in met de hoofdschakelaar. • Gashoeveelheid via drukregelaar in overeenstemming met de toepassing instellen. ”...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.2 Selecteren De instelling van de wolfraamelektrodediameter heeft rechtstreekse invloed op apparaatfuncties, het TIG- ontstekingsgedrag en op minimale stroomgrenzen. Naargelang de ingestelde elektrodediameter wordt de ontstekingsenergie geregeld. Kleine elektrodediameters vereisen een lagere ontstekingsstroom of klei- nere ontstekingsstroomtijd dan grotere elektrodediameters.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.2.1 Regelmatige lasopdrachten (JOB 1-100) Om regelmatige of afwijkende lasopdrachten permanent op te slaan, beschikt de gebruiker over 100 extra opslagplaatsen. Selecteer hiervoor de gewenste opslagplaats (JOB 1-100) en de zoals eerder beschre- ven ingestelde lasopdracht. Een uitzondering zijn de drie draaiknoppen voor wisselstroomfrequentie, wisselstroombalance en wolfraa- melektrodediameter.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.3.2 Liftarc Afbeelding 5-4 De boog wordt door contact met het werkstuk gestart. a) Plaats de gaskop van de toorts en de punt van de Wolfram-elektrode voorzichtig op het werkstuk en druk de toortsknop in (liftarc-stroom vloeit, onafhankelijk van de ingestelde hoofdstroom), b) Kantel de toorts via de gaskop van de toorts tot er zich tussen de elektrodepunt en het werkstuk een afstand van ca.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.4.2 2-takt-bedrijf Selecteren Afbeelding 5-5 Proces Afbeelding 5-6 1e takt: • Toortsknop 1 indrukken en vasthouden. • Gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ontsteekt. • Lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de ingestelde waarde van de startstroom •...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 1.Takt • Toortsknop 1 indrukken, gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ontsteekt. Lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de vooraf ingestelde startstroomwaarde (zoekvlamboog bij instelling minimaal). HF schakelt uit. •...
Pagina 28
Beschrijving van de werking TIG-lassen Afbeelding 5-10 Als voorbeeld wordt het ontstekingsproces van de HF-ontsteking weergegeven. De vlamboogontsteking met Liftarc is echter ook mogelijk > zie hoofdstuk 5.1.3. Proces: • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ontsteekt. •...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.4.5 spotmatic In tegenstelling tot de bedrijfsmodus spotArc wordt de vlamboog niet zoals gebruikelijk met het indrukken van de toortsknop gestart, maar door de wolfraamelektrode kort op het werkstuk te plaatsen. De toorts- knop is bedoeld voor de vrijgave van het lasproces. De vrijgave wordt aangegeven door het knipperen van spotArc/spotmatic.
Beschrijving van de werking TIG-lassen Als voorbeeld wordt het ontstekingsproces van de HF-ontsteking weergegeven. De vlamboogontsteking met Liftarc is echter ook mogelijk > zie hoofdstuk 5.1.3. Procesvrijgavetype voor lasproces selecteren > zie hoofdstuk 5.7. Up- en down-slope tijden zijn alleen mogelijk bij lang instelbereik van de punttijd (0,01-20,0 sec.). ...
TIG-lassen 5.1.5 TIG-activArc-lassen Het EWM-activArc-proces zorgt door het uiterst dynamische regelsysteem ervoor dat bij afstandsveranderingen tussen lastoorts en smeltbad, bijv. tijdens handmatig lassen, het aangevoerde vermogen praktisch constant blijft. Spanningsverliezen als gevolg van een verkleining van de afstand tussen de toorts en het smeltbad worden door een stroomstijging (ampère per volt – A/V) gecompenseerd en omgekeerd.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.7 Pulslassen De volgende pulsvarianten zijn selecteerbaar: • Pulsautomatiek • Thermisch pulsen • Metallurgisch pulsen • Gemiddelde waarde-pulsen 5.1.7.1 Puls-automatiek De pulsvariant pulsautomatiek wordt uitsluitend in combinatie met de bedrijfsmodus spotArc bij het gelijk- stroomlassen geactiveerd. Door de stroomafhankelijke pulsfrequentie en -balance wordt een trilling in het lasbad gegenereerd die de overbrugbaarheid van de luchtspleet positief beïnvloedt.
Beschrijving van de werking TIG-lassen Instelling pulstijd Afbeelding 5-18 Instelling pulspauze Afbeelding 5-19 Instelling pulszijden De pulszijden kunnen in het expertmenu (TIG) worden ingesteld > zie hoofdstuk 5.1.11. 5.1.7.3 Pulslassen in de Up- en Down-Slope-fase De pulsfunctie tijdens de up- en down-slope fase kan indien gewenst ook worden gedeactiveerd (parameter ) >...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.7.4 Metallurgisch pulsen (kHz-pulsen) Het metallurgisch pulsen (kHz-pulsen) gebruikt de plasmadruk (vlamboogdruk) die bij hoge stromen ont- staan om een aangeblazen vlamboog met geconcentreerde warmte-inbreng te behalen. In tegenstelling tot thermisch pulsen worden geen tijden maar een frequentie en balance ingesteld.
Beschrijving van de werking TIG-lassen Instelling frequentie Afbeelding 5-24 5.1.8 Gemiddelde waarde-pulsen Bijzonder aan gemiddelde waardepulsen is dat de voorgedefinieerde gemiddelde waarde altijd door de lasstroombron wordt aangehouden. Deze variant is daarom ideaal voor het lassen volgens lasvoorschrift. Om gemiddelde waardepulsen in combinatie met de pulsvariant metallurgisch pulsen te activeren moet de parameter in het apparaatconfiguratiemenu naar worden geschakeld.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.9 Lastoorts (bedieningsvarianten) Met dit apparaat kunnen verschillende toortsvarianten worden gebruikt. Functies van de bedieningselementen, zoals toortsschakelaars (BRT), wipschakelaars of potentiometers kunnen afzonderlijk via toortsmodi worden aangepast. Verklaring van de tekens op de display: Symbool Beschrijving Druk op de toortsschakelaar Druk kort op toortsschakelaar...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.9.5 TIG-standaardtoorts (5-polig) Standaardtoorts met één toortsknop Afbeelding Bedieningsele- Verklaring van de gebruikte pictogrammen menten BRT1 = toortsknop 1 (lasstroom Aan/Uit; daalstroom via tiptoetsfunctie) Functies Modus Bedieningsele- menten Lasstroom Aan/Uit (af fabriek) Daalstroom (4-takt werkwijze) Standaard toorts met twee toortsknoppen Bedieningsele- Afbeelding...
Pagina 38
Beschrijving van de werking TIG-lassen Standaard toorts met een tuimelschakelaar (tuimelschakelaar, twee toortsknoppen) Afbeelding Bedieningsele- Verklaring van de gebruikte pictogrammen menten BRT 1 = toortsknop 1 BRT 2 = toortsknop 2 Functies Modus Bedieningsele- menten Lasstroom Aan/Uit Daalstroom (af fab- riek) Daalstroom (tiptoetsfunctie )/(4-takt werkwijze)
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.9.7 Traploos regelbare lastoorts (8-polig) Alvorens het lasapparaat in bedrijf te nemen, moet het worden geconfigureerd met een traploos verstelbare toorts > zie hoofdstuk 5.1.9.8. Traploos regelbare lastoorts met één toortsknop Afbeelding Bedieningsele- Verklaring van de gebruikte pictogrammen menten BRT 1 = toortsknop 1 Functies...
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.9.8 Aansluiting TIG traploos verstelbare toorts configureren GEVAAR Gevaar voor verwonding door elektrische spanning na uitschakeling! Werkzaamheden aan een open apparaat kunnen tot dodelijke verwondingen leiden! Tijdens werking worden de condensatoren in het apparaat met elektrische spanning ge- laden.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.9.9 RETOX TIG-toorts (12-polig) Dit accessoire kan als optie achteraf worden aangebracht . Afbeelding Bedieningselementen Verklaring van de gebruikte pictogrammen BRT = toortsschakelaar Functies Modus Bedieningselemen- Lasstroom aan / uit BRT 1 Daalstroom BRT 2 Daalstroom (tiptoetsfunctie) (af fab- BRT 1 (tiptoetsen)
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.9.10 Max. opvraagbare JOB's vastleggen Met deze functie kan de gebruiker de maximaal opvraagbare JOBs in het vrije geheugengedeelte vast- leggen. Af fabriek kunnen er 101 JOBs met de lastoorts worden opgevraagd, deze waarde kan desge- wenst worden verlaagd.
Beschrijving van de werking TIG-lassen Display Instelling / selecteren Gasvoorstroomtijd Startstroom (procentueel, hoofdstroomafhankelijk) Eindkraterstroom Instelbereik procentueel: hoofdstroomafhankelijk Instelbereik absoluut: Imin. tot Imax. Gasnastroomtijd 5.1.10.2 RTF-activeringsgedrag Met deze functie wordt het activeringsgedrag van de lasstroom tijdens de hoofdstroomfase aangestuurd. De gebruiker heeft de keuze uit een lineair of logaritmisch activeringsgedrag. De instelling logaritmisch is vooral geschikt voor lassen met kleine stroomsterktes, bijvoorbeeld het lassen van dunne platen.
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.11 Expertmenu (TIG) In het expertmenu vindt u instelbare parameters die niet regelmatig moeten worden ingesteld. Het aantal weergegeven parameters kan bijvoorbeeld door een gedeactiveerde functie worden beperkt. Afbeelding 5-30 Display Instelling / selecteren Expertmenu Starttijd (continue startstroom) Slope-tijd (hoofdstroom op daalstroom) Slope-tijd (daalstroom op hoofdstroom)
Pagina 47
Beschrijving van de werking TIG-lassen Display Instelling / selecteren Parameter activArc > zie hoofdstuk 5.1.5 Instelling van de intensiteit Methode extra-draad (koude-draad/hete-draad) -------extra-draad ingeschakeld -------extra-draad uitgeschakeld (af fabriek) Methode hete-draad (startsignaal voor hete-draad stroombron) -------Functie ingeschakeld -------Functie uitgeschakeld (af fabriek) Functie draad/puls (draadtoevoergedrag bij het proces TIG-pulsen) Tijdens de pulspauze kan de draadtoevoer worden gedeactiveerd (geldt niet voor pulsautomatiek of kHz-pulsen).
Beschrijving van de werking TIG-lassen 5.1.12 Compensatie leidingsweerstand De elektrische kabelweerstand moet na elke wisseling van componenten, bijv. van lastoorts of tus- senslangpakket (AW) opnieuw worden afgesteld om de optimale laseigenschappen te garanderen. De weerstandswaarde van de kabels kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij levering is de kabelweerstand optimaal ingesteld.
Beschrijving van de werking Elektrodelassen 1 Voorbereiding • Lasapparaat uitschakelen. • Gaskop losschroeven van de lastoorts. • Wolfraamelektrode losmaken en verwijderen. 2 Configuratie • Drukknop indrukken en gelijktijdig het lasapparaat inschakelen. • Draaiknop loslaten. • Met de draaiknop (draaien en drukken) kan nu de parameter worden geselec- teerd >...
Beschrijving van de werking Elektrodelassen 5.2.2 Hotstart Voor het veilig ontsteken van de vlamboog en een toereikende verhitting op het nog koude basismateriaal aan het begin van het lassen zorgt de functie hotstart. Het ontsteken vindt daarbij na een bepaalde tijd (hotstarttijd) plaats met verhoogde stroomsterkte (hotstartstroom).
Beschrijving van de werking Elektrodelassen 5.2.3 Arcforce Tijdens het lassen voorkomt arcforce door stroomverhogingen het vastbranden van de elektrode in het lasbad. Dit vergemakkelijkt met name het lassen van elektrodetypen die bij lage stroomsterktes met korte vlamboog met grove druppels afsmelten. Afbeelding 5-36 5.2.4 Antistick...
Beschrijving van de werking Elektrodelassen 5.2.5 Pulslassen Bij pulslassen wordt regelmatig tussen twee stromen geschakeld waarvoor een pulsstroom (Ipuls), een pulspauzestroom (IPP), een balance ( ) en een frequentie ( ) vooraf wordt ingesteld. Afbeelding 5-38 AMP = hoofdstroom bijv. 100 A Ipuls = pulsstroom = x AMP;...
Beschrijving van de werking Toevoegdraadlassen 5.2.6 Gemiddelde waarde-pulsen Bij gemiddelde waardepulsen wordt regelmatig tussen twee stromen geschakeld. De gebruiker kan de parameters lasstroom (gemiddelde stroomwaarde AMP), pulsstroom Ipuls (parameter ), balance en frequentie aan de lasopdracht aanpassen. De pulspauzestroom (IPP) wordt door de apparaatbe- sturing berekend zodat de gemiddelde waarde van de lasstroom (AMP) wordt aangehouden en weerge- geven.
Beschrijving van de werking Toevoegdraadlassen 5.3.3 Bedrijfsmodus draadsnelheid kiezen (KORREKTUR / MANUELL) De instelling van de draadsnelheid kan in twee bedrijfsmodi worden uitgevoerd: HANDMATIG: De draadsnelheid kan over het volledige instelbereik van het draadaanvoerapparaat worden gekozen. CORRECTIE: De draadsnelheid wordt voornamelijk op de lasapparaatbesturing ingesteld en kan op het draadaanvoerapparaat procentueel worden gecorrigeerd.
Beschrijving van de werking Toevoegdraadlassen 5.3.5 Bedrijfsmodi (functieverlopen) De bedrijfsmodus voor de lasstroom moet op het lasapparaat op 4-takt worden ingesteld. De lasstroom kan met de toortsknoppen 3 en 4 (BRT 3 en BRT 4) traploos worden ingesteld. Met toortsknop 2 (BRT 2) wordt de lasstroom in- resp. uitgeschakeld. Met toortsknop 1 (BRT 1) wordt de draadtoevoer in- resp.
Beschrijving van de werking Toevoegdraadlassen 5.3.5.2 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-43 1e takt (stroom) • Toortsschakelaar 2 (BRT 2) indrukken, gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de wolfraamelektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ont- steekt. • Lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de vooraf ingestelde startstroomwaarde AMP% (zoekvlamboog bij instelling minimaal).
Beschrijving van de werking Energiebesparingsmodus (Standby) 5.3.5.3 3-takt-bedrijf Afbeelding 5-44 Deze bedrijfsmodus onderscheidt zich ten opzichte van de 2-takt-bedrijfmodus door de volgende kenmerken: • Na het starten van de 3-takt (stroom) wordt de draadelektrode analoog aan de lasstroom toegevoerd totdat het lasproces is beëindigd. 5.3.5.4 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-45...
Beschrijving van de werking Toegangsbesturing Toegangsbesturing Om verstelling door onbevoegden of onbedoelde verstelling te voorkomen kan de apparaatbesturing wor- den vergrendeld. De toegangsblokkering werkt als volgt: • Parameters en instellingen in het apparaatconfiguratiemenu, in het expertmenu en in het functiever- loop worden weergegeven, maar kunnen niet worden gewijzigd.
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Configuratiemenu voor apparatuur De basisinstellingen van het apparaat worden in het apparaatconfiguratiemenu uitgevoerd. 5.7.1 Selectie, wijziging en opslag van parameters Afbeelding 5-46 Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit 099-00T401-EW505 01.02.2022...
Pagina 60
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Menu toortsconfiguratie Lastoortsfuncties instellen Toortsmodus (af fabriek 1) > zie hoofdstuk 5.1.9.2 Alternatieve lasstart – tipstart Geldt vanaf toortsmodus 11 en hoger (laseinde middels tippen blijft behouden). ------- Functie ingeschakeld (af fabriek) ------- Functie uitgeschakeld Up/down-snelheid >...
Pagina 61
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren TIG-antistick > zie hoofdstuk 5.1.6 -------functie ingeschakeld (af fabriek). -------functie uitgeschakeld. Waarschuwingsmeldingen weergeven > zie hoofdstuk 6.1 -------Functie uitgeschakeld (af fabriek) -------Functie ingeschakeld Instelling meetsysteem -------Lengte-eenheden in mm, m/min. (metriek stelsel) -------Lengte-eenheden in inch, ipm (imperiaal stelsel) Apparaatconfiguratie (tweede deel) Instellingen van de apparaatfuncties en parameterweergave...
Pagina 62
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren AC-gemiddelde waarderegelaar ------- Functie ingeschakeld (af fabriek) ------- Functie uitgeschakeld Polariteitsomschakeling lasstroom (dc+) bij TIG-DC ------- Polariteitsomschakeling vrij ------- Polariteitsomschakeling geblokkeerd, bescherming van de wolfraamelektrode tegen beschadiging (af fabriek). Reconditioneringspuls (kapstabiliteit) Reinigende werking van de kogel aan laseinde.
Pagina 63
Beschrijving van de werking Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Orbitaal lassen Correctiewaarde voor de orbitale lasstroom Servicemenu Wijzigingen in het servicemenu dienen uitsluitend in overleg met bevoegd serviceperso- neel te worden uitgevoerd! Reset (terugzetten naar fabrieksinstellingen) -------Uitgeschakeld (af fabriek) -------Resetten van de waarden in het menu apparaatconfiguratie -------Volledige reset van alle waarden en instellingen De reset wordt bij het verlaten van het menu uitgevoerd (...
Verhelpen van storingen Waarschuwingsmeldingen Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
Verhelpen van storingen Foutmeldingen Waarschu- Mogelijke oorzaak Oplossing wingsnummer Apparaattemperatuur te hoog Laat het apparaat afkoelen Halve-golvenuitvallen Procesparameters controleren Waarschuwing lastoortskoeling Koelmiddelpeil controleren en evt. bijvullen Gaswaarschuwing Gastoevoer controleren zie waarschuwingsnummer 3 Storing lastoevoegmateriaal (draad- Draadtoevoer controleren (bij apparaten met elektrode) toevoegdraad) CanBus uitgevallen...
Pagina 66
Verhelpen van storingen Foutmeldingen Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Draadaanvoerapparaat niet aan- In het apparaatconfiguratiemenu de koude draad-be- gesloten drijfsmodus uitschakelen (toestand off). Draadtoevoer- apparaat aansluiten. Temperatuurstoring Apparaat laten afkoelen. Fout noodcircuit (interface voor auto- Controle van de externe uitschakelinrichtingen. Con- maten) trole jumper JP 1 op printplaat T320/1.
Verhelpen van storingen Lasparameters terugzetten naar fabrieksinstellingen Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Incompatibele component Component vervangen. Lasparameters terugzetten naar fabrieksinstellingen Alle opgeslagen klantspecifieke lasparameters worden door de werkinstellingen vervangen. Om de lasparameters of apparaatinstellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen kan in het ser- vicemenu de parameter worden geselecteerd >...
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen GEVAAR Gevaar voor verwonding door elektrische spanning na uitschakeling! Werkzaamheden aan een open apparaat kunnen tot dodelijke verwondingen leiden! Tijdens werking worden de condensatoren in het apparaat met elektrische spanning ge- laden.
Lampen, batterijen of accumulators moeten voor het afdanken van het apparaat verwijderd en geschei- den worden afgevoerd. Het type batterij of accu en de samenstelling is aangegeven aan de bovenkant (Type CR2032 of SR44). In de volgende EWM--producten kunnen batterijen of accumulators aanwezig zijn: •...