Ruitenwissers en ruitensproeiers
VOORRUITWISSERS
N.B.: Laat de voorruit volledig ontdooien
voordat u de ruitenwissers inschakelt.
N.B.: Controleer of de ruitenwissers zijn
uitgeschakeld voordat u een wasstraat
inrijdt.
N.B.: Breng nieuwe ruitenwisserbladen aan
zodra ze stroken water en strepen op de
voorruit beginnen achter te laten.
N.B.: Schakel de ruitenwissers niet in bij een
droge voorruit. Daardoor kunnen krassen op
de voorruit ontstaan, kunnen de
wisserbladen beschadigd raken en kan de
wissermotor verbranden. Gebruik altijd de
ruitensproeiers voordat u de wisfunctie op
een droge voorruit inschakelt.
A
Eenmaal wissen
B
Intervalwissen
C
Normaal wissen
D
Snel wissen
Intervalwissen
A
Kort wisinterval
B
Intervalwissen
C
Lang wisinterval
Gebruik de draaiknop om het wisinterval
af te stellen.
Snelheidsafhankelijke
ruitenwissers
Wanneer de snelheid van uw auto
toeneemt, neemt het interval tussen de
wisslagen af.
AUTOMATISCH IN- EN
UITSCHAKELENDE
RUITENWISSERS
N.B.: Laat de voorruit volledig ontdooien
voordat u de ruitenwissers inschakelt.
N.B.: Controleer of de ruitenwissers zijn
uitgeschakeld voordat u een wasstraat
inrijdt.
N.B.: Breng nieuwe ruitenwisserbladen aan
zodra ze stroken water en strepen op de
voorruit beginnen achter te laten.
48